ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Inclusieve technologie invoeren: veranderen met oog voor mensen en hun omgeving

In het eerste deel van deze reeks, “Starten met inclusieve technologie: begin bij het vraagstuk, niet bij de oplossing”, stond het belang van een zorgvuldige start centraal. We verkenden hoe organisaties pas echt stappen kunnen zetten richting inclusieve technologie wanneer zij vertrekken vanuit het daadwerkelijke vraagstuk van mensen, in plaats van vanuit de technologie zelf .

  • Implementatie
  • Inclusieve technologie

In dit vervolgartikel verschuiven we de blik van waar te beginnen naar hoe verder te gaan. Het implementeren van inclusieve technologie vraagt namelijk meer dan alleen een slimme keuze of een goed idee. Het is een veranderproces dat raakt aan zowel mensen als systemen: aan overtuigingen, aan werkprocessen, aan cultuur en aan structuur. De uitdaging is om technologie zó in te bedden dat zij niet alleen toegankelijk en bruikbaar is voor iedereen, maar ook duurzaam gedragen wordt in de organisatie.

Daarom onderzoeken we in dit artikel hoe je inclusieve technologie kunt implementeren met oog voor zowel de menselijke kant van verandering als de systemische context waarbinnen deze verandering plaatsvindt.

Waarom inclusieve technologie?

Technologie helpt ons dagelijks: van spraakbediening in de auto tot apps die ondersteunen bij het leren van taal of bij het begrijpen van informatie. En technologie kan mensen met een ondersteuningsvraag ook prima helpen!

Toch is het in de praktijk niet zo simpel. Veel technologie wordt bedacht zonder goed te weten wat gebruikers echt nodig hebben. Ook wordt het vaak op een formele, eenrichtingswijze ingevoerd. Of wordt het door een enkeling omarmd en vervolgens voor de hele organisatie gekocht. Daarbij wordt weinig rekening gehouden met de mensen die ermee moeten werken. In dit artikel leggen we uit hoe je technologie succesvol invoert in een organisatie, met extra aandacht voor inclusie. We gebruiken hierbij twee bekende modellen uit de veranderaanpak (UTAUT en Diffusion Of Innovations) om te laten zien wat werkt.

Waarom mensen wel of niet technologie accepteren: vier belangrijke factoren

Het eerste technologie acceptatie model (UTAUT, Venkatesh, 2003) kijkt naar waarom mensen technologie wél of juist niet gaan gebruiken. Het benoemt vier factoren:

  1. Verwachting van verbetering
    Mensen gebruiken iets sneller als ze denken dat het hen echt helpt, bijvoorbeeld om beter mee te kunnen doen in hun werk of dagelijks leven. Het helpt dus om het doel en het nut van de technologie goed te benoemen. Een startprobleem bij de gebruiker helpt dus enorm om dit te illustreren.
  2. Makkelijk te gebruiken
    Hoe eenvoudiger, logischer en intuïtiever de technologie werkt, hoe sneller mensen het gebruiken. Dat geldt zeker voor mensen die minder handig zijn met computers of telefoons. Het helpt dus om mensen de technologie te laten ervaren, want veel mensen hebben iets van technologie-angst (het zal wel niet werken bij mij); dat zit de eerste stap vaak in de weg.
  3. Wat anderen ervan vinden
    Als collega’s, vrienden of leidinggevenden positief zijn, durven mensen het sneller aan. Je kunt dit stimuleren door voorbeelden te laten zien of mensen uit te nodigen om hun ervaring te delen.
  4. Ondersteuning en hulpmiddelen
    Betrokkenheid bij de keuze, goede uitleg, hulp bij vragen, en bijvoorbeeld aangepaste apparatuur maken het verschil. Mensen die mee worden genomen in het proces van ontwikkeling van de tool, gaan deze eerder gebruiken. Ook helpt het om te weten dat er altijd hulp beschikbaar is als het even niet lukt: een goede helpdesk of coaching tijdens het eerste gebruik is dus essentieel bij het invoeren van technologie.

Dit model werkt eigenlijk bij alle soorten technologie en bij alle groepen: vier factoren sturen het gedrag. Maar bij inclusieve technologie komt daar eigenlijk nog een extra factor bij. Niet alleen de gebruiker moet overtuigd zijn, maar ook bijvoorbeeld de begeleider of werkcoach die de technologie aanreikt moet positief zijn over de technologie. Aangezien deze vaak meer gericht is op mensen dan op processen of techniek, is dit een extra moeilijkheid. Het is dus belangrijk om bij het invoeren van technologie zowel de gebruiker als de begeleider actief te betrekken.

Hoe een vernieuwing zich verspreidt

Bovenstaand model gaat uit van individuele acceptatie. Maar mensen werken in groepen. Meestal verspreidt een nieuwe tool of nieuwe methode zich volgens een bepaald patroon door een groep mensen. Je hebt voorlopers en achterblijvers. Als je goed kijkt zijn er vijf soorten gebruikers te onderscheiden, die allemaal op hun eigen tijd, de technologie zullen omarmen (Diffusion Of Innovations, Rogers, 1962):

  1. De innovators: de mensen die als eerste iets nieuws willen proberen.
  2. De early adopters: de voorlopers die anderen vaak inspireren.
  3. De early mayority: de groep die pas wil instappen als ze bewijs zien dat het werkt.
  4. De late mayority: de achterhoede die sceptisch blijft.
  5. En ten slotte de Laggards, mensen die alleen meegaan als het echt niet anders kan.

Om technologie succesvol in te voeren, moet je deze groepen herkennen en per groep bewust instrumentarium inzetten. Geef groep één vooral de ruimte en luister naar hun ideeën, zij zijn de aanjagers van de verandering. Geef groep twee de ruimte om te experimenteren. Vooral groep drie is belangrijk voor de uiteindelijke verspreiding van innovatie in de organisatie: als een begin van deze groep enthousiast is, volgen anderen sneller. Bedien hen met focus op het doel van de technologie. Groep vier komt pas in actie met bewijs. Zorg dat dat er ligt in de eigen organisatie, gebruik daarbij de mensen die de technologie al gebruiken. Groep vijf kun je helpen met goede training zodat ze in ieder geval weten hoe ze de technologie moeten gebruiken (als het moet).

Hoe zorg je voor een goede invoering?

Als je beide modellen samen bekijkt, kun je een paar belangrijke lessen trekken voor het geval je technologie wilt implementeren:

  1. Begin samen met de gebruikers
    Werk vanaf het begin samen met de mensen die de technologie gaan gebruiken. Laat hen meedenken en testen. Zo vergroot je de kans dat de technologie echt past bij wat zij nodig hebben. Betrek ook begeleiders of werkcoaches; zij zijn vaak de schakel naar de eindgebruiker.
  2. Zorg voor begeleiding vanaf het begin
    Laat mensen eerst rustig kennismaken met de technologie, bijvoorbeeld via een proefperiode met goede begeleiding. Dan kun je eventuele drempels snel wegnemen.
  3. Laat voorbeelden zien die aanspreken
    Laat mensen uit de doelgroep of collega’s hun positieve ervaringen delen. Dat werkt aanstekelijk en verlaagt de drempel voor anderen.
  4. Maak het persoonlijk en duidelijk
    Leg uit waarom het nuttig is voor iemands eigen werk of leven. Laat zien hoe het bijdraagt aan zelfstandigheid, effectiviteit of erbij horen. Mensen willen niet afhankelijk zijn, dus benadruk hoe de technologie juist helpt om dingen zelf te kunnen doen.
  5. Geef vertrouwen en vang vragen goed op
    Zorg dat mensen weten dat ze fouten mogen maken en dat er hulp is. Zeker voor de groep die terughoudend is, is dit belangrijk. Zonder hulp vallen mensen vaak terug in oude gewoontes.
  6. Kijk naar het hele systeem
    Technologie werkt niet op zichzelf. Je moet ook kijken naar de rest van de organisatie. Denk aan de rol van leidinggevenden, ICT-afdeling, leveranciers en collega’s van de HR afdeling. Alles moet meewerken.

Tot slot: technologie werkt alleen als mensen meedoen

Nieuwe technologie heeft pas waarde als mensen er ook echt mee aan de slag kunnen en willen gaan. Investeren in technologie betekent dus ook investeren in mensen. Het vraagt aandacht, tijd en vertrouwen. Niet alleen voor de techniek, maar juist voor het proces van veranderen: implementatie van technologie blijft echt mensenwerk.

Meld je aan voor de workshop: Inclusieve technologie implementeren – mensen écht meekrijgen

Hoe zorg je dat technologie écht bijdraagt aan het werk en leven van mensen met een ondersteuningsvraag? In deze interactieve workshop van twee uur ontdek je hoe je technologie invoert met oog voor zowel de gebruiker als de begeleider. We verdiepen ons in twee bewezen modellen: het UTAUT-model, dat inzicht geeft in waarom mensen technologie wel of niet omarmen, en de Diffusion of Innovations-theorie, die laat zien hoe vernieuwingen zich stap voor stap verspreiden binnen groepen.

Met herkenbare voorbeelden, praktische tips en oefeningen leer je hoe je weerstand vermindert, enthousiasme aanwakkert en draagvlak creëert. Je krijgt handvatten om gebruikers, collega’s én organisaties mee te nemen in het veranderproces.
Deze workshop is speciaal ontwikkeld voor werkconsulenten en begeleiders. Je gaat naar huis met concrete inzichten en tools om technologie niet alleen in te zetten, maar ook duurzaam te laten landen.

Data:

Dinsdag 11 november 15.00-17.00 Empatec – Sneek
Dinsdag 19 november 15.00-17.00 TINT West-Brabant – Oosterhout
Dinsdag 2 december 15.00-17.00 TINT Apeldoorn – Apeldoorn
Woensdag 3 december 15.00-17.00 Den Haag werkt – Den Haag

Meld je aan via deze link

Incompany workshop

Wil je deze workshop incompany voor jouw eigen organisatie? Neem dan contact met ons. Voor deze workshop vragen we een vergoeding.

Subsidie voor inclusiviteitstechnologie voor het mkb

Geïnspireerd geraakt door het verhaal en overweeg je om inclusieve technologie aan te schaffen? Vanaf 1 oktober 2025 kunnen mkb-bedrijven subsidie aanvragen voor de aanschaf én implementatie van arbeidsondersteunende inclusieve technologie. Lees meer informatie over de subsidieregeling. Heb je nog vragen? Neem contact met ons op. 

 

gerelateerde artikelen

Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsraad-rapport ‘Het betere werk’

  • Inclusieve technologie
  • Sociale innovatie
  • Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsraad
  • WWR

Hoe technologie kan bijdragen aan meer, kwalitatief goed werk voor mensen met een beperking. Onlangs presenteerde de WRR – Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport ‘Het betere werk’. Technologische en sociale innovatie hand in hand Technolisering, flexibilisering en intensivering leiden tot weinig baanzekerheid en daarmee tot een beperkte grip op het leven en inkomenszekerheid. De WRR benadrukt in het rapport dat als technologische en sociale innovatie hand in hand gaan, technologie zeker kan bijdragen aan de kwaliteit en regelruimte van werk. Kennis ontwikkelen en toegankelijk maken is hierbij van belang, aldus de WRR. De Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) en de Coalitie Technologie voor Inclusie (CTI) zetten zich daarvoor in. Op 12 december jl. organiseerden ze samen het congres ‘De Kracht van Inclusieve Technologie’ waar de laatste inzichten en concrete praktijkvoorbeelden werden gedeeld. Bekijk de video hieronder voor een terugblik.

Lees meer

Congres focust op kansen van technologie voor mensen met een beperking

  • Inclusieve technologie

Het congres werd georganiseerd door de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) en de Kennisalliantie Inclusieve Technologie (KIT). Innovaties voor een inclusieve arbeidsmarkt De arbeidsparticipatie van mensen met een beperking is in Nederland al heel lang te laag. Zelfs nu de economie op volle toeren draait, staan er nog teveel mensen met een beperking langs de kant. Een paar jaar geleden startten CTI en KIT daarom met het onderzoeken van hoe technologische innovatie kan bijdragen aan een inclusievere arbeidsmarkt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een exoskelet voor mensen met fysieke beperkingen. In samenwerking met gemeenten, technologiepartners, sociale werkbedrijven en reguliere bedrijven zijn er inmiddels 10 pilotprojecten uitgevoerd. De pilots laten ook het belang zien van goede analyse, passende mensgerichte oplossingen en maatwerk bij implementatie van technologie. Opgedane kennis en praktijkvoorbeelden werden tijdens het congres gedeeld. Extra investering voor inclusieve werkplekken Tijdens het congres maakte Staatssecretaris van Ark bekend een pilot generieke werkvoorziening te starten. Daarmee wil het ministerie het voor werkgevers simpeler maken om mensen met een beperking in dienst te nemen en te houden. De staatssecretaris stelt hiervoor 8 miljoen euro beschikbaar. Tamara van Ark over het congres: “Ik ben erg blij met de bevlogen bijdragen, de verbinding die wordt gemaakt tussen mensen die slimme dingen bedenken en werkgevers die bereid zijn deze stap te zetten. Houd die bevlogenheid vast! Laten we met elkaar in gesprek blijven.” De kansen en uitdagingen van inclusieve technologie Bas van de Haterd, auteur, adviseur en spreker, benadrukte de toegevoegde waarde van technologie in de selectieprocedure. Waar mensen soms lastig voorbij een beperking kijken of vooroordelen meenemen, zien robots iemands talent. De focus verschuift. Dat creëert kansen voor mensen met een beperking om aan de slag te gaan. Lars van der Hoorn, directeur Brainport Assembly, deelde zijn kennis vanuit het ondernemersperspectief. ‘Inclusief ondernemen heeft alleen toekomst als het ook financieel goede resultaten oplevert’, aldus Van der Hoorn. De combinatie van technologie en inclusie kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Van der Hoorn stimuleert bedrijven om producten niet meer in het buitenland te laten produceren, maar in Nederland met inzet van mensen met een beperking. Rick Brink, Minister van Gehandicaptenzaken pleitte om mensen met een beperking aan te spreken op hun talenten en niet op hun beperkingen. Technologie kan helpen om de samenleving en werk toegankelijker te maken. Inspireren en samen innoveren Doel van het congres was om onder andere werkgevers, ondernemers, technologiepartners en beleidsmakers te inspireren. Voorbeelden uit de praktijk lieten zien dat technologie kansen biedt voor onder andere ondersteuning, inzetbaarheid, productiviteit en kwaliteit. Maar de inzet van technologie vraagt ook om het maken van verstandige keuzes. De inzet biedt veel potentie, maar is geen belofte. CTI en KIT blijven daarom inzetten op onderzoek, advies en implementatie van inclusieve technologie. Met als belangrijkste doel, mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk. Technologie biedt kansen.

Lees meer

Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie

  • Inclusieve technologie
  • TNO
  • Whitepaper

Vorige week donderdag verscheen de whitepaper ‘Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie?’ van TNO. Er wordt onderscheid gemaakt op basis van vijf categorieën. Kennis en innovatie van doorslaggevend belang Werk is heel belangrijk voor mensen. Het biedt bestaanszekerheid, uitdaging en zingeving. Maar het is lang niet voor iedereen weggelegd om aan het werk te komen of aan het werk te blijven, zelfs niet in tijden van economische voorspoed. Om arbeidsparticipatie en duurzame inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te verbeteren zijn kennis en innovatie van doorslaggevend belang. Innovatieve technologie kan hieraan bijdragen. De technologie is er vaak al, maar toepassingen zijn niet of nauwelijks afgestemd op de specifieke behoeften van bepaalde doelgroepen. Juist die afstemming is cruciaal, wil technologie meer kwetsbare mensen aan het werk helpen én houden. Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie? Technologie biedt mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen over het gehele spectrum, van het zoeken naar werk tot duurzaam aan het werk blijven. De centrale vraag in de whitepaper is dan ook: Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie voor kwetsbare groepen die aan het werk willen of die hun werk moeten zien te behouden? Het beantwoorden van deze vraag begint niet bij technologie, maar bij de werkzoekenden en werkenden die het lastig hebben. De publicatie bespreekt in hoofdlijnen de drempels die mensen ervaren en de vormen van zogenaamde inclusieve technologie die daarbij zouden kunnen helpen.

Lees meer

Opbrengsten pilot Amfors: technologie maakt complex werk voor meer medewerkers toegankelijk

  • Inclusieve technologie
  • Pilots

Dat is het resultaat van een pilot die het werkbedrijf heeft uitgevoerd. Het is de eerste pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie en deze is met succes afgerond.  In de  pilot bij Amfors Groep, het sociale werkbedrijf in de regio Amersfoort, krijgen medewerkers met een zogeheten Operator Support Systeem (OSS) op de werkplek geprojecteerde werkinstructies te zien. Het OSS leidt de medewerkers stap voor stap door hun taken en wijst tegelijkertijd op eventuele fouten. Uit de pilot is gebleken dat medewerkers met OSS meer en complexere taken aan kunnen met minder persoonlijke begeleiding, dan bij hetzelfde werk zonder OSS. Ook wordt de leertijd aanzienlijk verkort. Het resultaat is dat de productiviteit snel toeneemt, het aantal fouten afneemt en de medewerkers bovendien ook meer plezier hebben in het werk. Effect op zelfvertrouwen De pilotperiode was te kort om het effect op de persoonlijke groei van medewerkers te onderzoeken. Maar de ervaringen van de testdeelnemers en hun begeleiders wijzen erop dat het zelfvertrouwen toe kan nemen doordat de medewerkers zelfstandiger kunnen werken met minder begeleiding. Eén van de begeleiders in de pilot zei: ‘Een test van 1-2 uur levert medewerkers al meer zelfwaarde op.’ Kennisalliantie Inclusie en Technologie De pilot bij Amfors is de eerste onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT), een initiatief van TNO, Cedris en SBCM. KIT wil in 2018 vijf pilots uitvoeren. Pilot twee is dit voorjaar uitgevoerd bij  Senzer, het werkbedrijf in Helmond. Een derde pilot bij  UW in Utrecht, start binnenkort. In deze pilots onderzoekt KIT de meerwaarde van inzet van nieuwe technologie per werksoort, met het oog op inzetbaarheid en ontwikkeling van medewerkers. Deze kennis gebruikt KIT samen met bedrijven, technologiepartners en investeerders voor verdere implementatie en opschaling. Door gerichte inzet van nieuwe technologie ontstaan er nieuwe kansen op duurzaam werk voor mensen met een beperking

Lees meer