Voor medewerkers van werkontwikkelbedrijven is het herkennen van stress niet vanzelfsprekend. Langdurige stress kan vervelende gevolgen hebben. Daarom is stressmonitoring van belang. In de pilot ‘Know Yourself’ onderzocht Carapax IT bij medewerkers van Werkzaak Rivierenland hoe technologie voor stressmonitoring ingezet kan worden. Malinda Janssen, programmamanager Technologie & Innovatie bij Werkzaak Rivierenland, legt uit wat de resultaten van de pilot zijn.
Medewerkers die intern bij Werkzaak Rivierenzaak werken of bij een externe werkgever in dienst zijn konden zich aanmelden voor de pilot. Deze medewerkers volgden voordat zij begonnen aan de pilot de training ‘Omgaan met stress’ waar zij leerden wat stress inhoudt en wat je er tegen kan doen. Janssen legt uit dat deze doelgroep moeite heeft om stressklachten te herkennen en hier oplossingen voor te bedenken. Daarom kunnen de risico’s op een burn-out of uitval door stress bij deze groep groter zijn. Stressmonitoring brengt langdurig ervaren stress in kaart en biedt inzicht in de mogelijkheden om interventies te doen waardoor deze stress afneemt of voorkomen kan worden.
Het monitoren duurt minimaal 12 weken. Medewerkers houden in deze periode een dagboek bij door vragenlijsten in te vullen en dragen een wearable (Fitbit) om hun hartslagvariabiliteit te meten. Na 12 weken wordt door een professional, zoals een coach of psycholoog, gekeken naar het stressprofiel van de kandidaat. De professional gaat dan samen met de kandidaat analyseren welke patronen te herkennen zijn in het stressprofiel van de kandidaat. Wat regelmatig voorkwam was dat een kandidaat aan het begin van de week meer stress ervaart dan aan het einde van de week wanneer het weekend nadert. De zoektocht was vervolgens om interventies in te zetten die ervoor zorgen dat de stress afneemt en het patroon doorbroken wordt. Een thuiswerkdag inplannen is hiervan een voorbeeld.
Afb. 1. Voorbeeldvragen op de vragenlijst.
Janssen vertelt: “De reacties van medewerkers op de pilot zijn erg positief. De medewerkers waren gedisciplineerd met het dragen van de Fitbit en het invullen van de vragenlijsten.” Tijdens wekelijkse bijeenkomsten werd besproken hoe de pilot verliep. Medewerkers konden tijdens deze bijeenkomsten vragen stellen. Opvallend was dat medewerkers veel vragen stelden over gezondheid. Janssen vertelt: “Een Fitbit meet naast je hartslagvariabiliteit ook andere dingen, zoals of je wel genoeg slaapt en drinkt. Medewerkers vroegen zich af waarom het belangrijk is om daar op te letten en raakten zo in gesprek hierover met de andere medewerkers en coaches. Zo ontstond er een grotere interesse in gezondheid bij medewerkers. Daarom hebben we gaandeweg de pilot ook workshops gegeven over vitaliteitsthema’s, zoals over waarom goed slapen belangrijk is en over gezond eten.”
De pilot heeft volgens Janssen veel inzichten opgeleverd. Eén van die inzichten is om de afspraken rond privacy en security van medewerkers en van data goed vast te leggen. Janssen raadt aan om advies te vragen aan de security- en privacy officier om dit goed te regelen aangezien er privacy gevoelige gegevens nodig zijn om een stressprofiel op te kunnen stellen.
Een ander inzicht is dat de verantwoordelijkheid voor de gespreksvoering en het herkennen van patronen niet als vanzelfsprekend bij werkcoaches kan liggen, maar bij mensen die daar speciaal voor zijn opgeleid, zoals psychologen. Jansen legt uit: “De interpretatie van de gegevens is te ingewikkeld om zomaar te verwachten dat werkcoaches dat in hun portefeuille hebben. Daar zijn de meeste werkcoaches niet voor opgeleid.”
De methode om de gesprekken te voeren over de profielen en patronen van de medewerkers zijn nog onvoldoende ontwikkeld. Janssen legt uit: “De methode waarbinnen je de tool inzet is veel belangrijker dan de tool zelf. De tool levert alleen data op. Het is aan de professional om met die data en de gespreksvoering erachter te komen waar nou precies de schoen wringt. De tool wordt pas bruikbaar als de methode daaromheen goed gebruikt wordt door de professional en de gebruiker.” Door de pilot blijkt dat stressmonitoring pas ingezet kan worden wanneer de methode nog verder doorontwikkeld wordt. De pilot krijgt daarom een vervolg.
Werkzaak Rivierenland wil de methode voor de gespreksvoering graag verder ontwikkelen. Janssen vertelt: “We hebben in die eerste pilot een aantal interessante bevindingen gedaan waar we verder mee willen. Dus we hebben een nieuw onderzoeksvoorstel geschreven om wederom met een groep mensen onderzoek te gaan doen waarin de methode ontwikkeld moet worden om mensen de juiste begeleiding te geven.” TINT West-Brabant is samen met Carapax IT en 30 deelnemers over West-Brabant al van start gegaan met het vervolg op de eerste pilot. Werkzaak Rivierenland gaat daar in het eerste kwartaal van 2025 mee aan de slag.
Lees meer over de pilot Know Yourself. Ben je geïnteresseerd in stressmonitoring of maakt jouw organisatie ook gebruik van technologie voor stressmonitoring of andere vormen van inclusieve technologie? Neem dan contact met ons op en deel je verhaal.
Hoe zorg je dat technologie écht bijdraagt aan het werk en leven van mensen met een ondersteuningsvraag? In deze interactieve workshop van twee uur ontdek je hoe je technologie invoert met oog voor zowel de gebruiker als de begeleider.
Lees meer
Hoe zorg je ervoor dat mensen met een ondersteuningsvraag snel en zelfstandig aan de slag kunnen in een productieomgeving met complexe handelingen? Bij de afdeling elektrotechniek van werkontwikkelbedrijf Inclusief Groep in Harderwijk hebben ze een krachtig hulpmiddel gevonden: DIWI, een app voor digitale werkinstructies op de werkvloer.
Lees meer
In gesprek met Gerjan Berghorst, intelligent jobcoach bij Inclusief Groep, over de pilot Smart Beamer. Binnen het onderdeel Proson begeleidt Gerjan 70 medewerkers daarnaast is hij betrokken bij het innovatie stuk binnen Inclusief Groep. Hierdoor is hij één van de kartrekkers voor deze pilot en communiceert hij met TNO en werkcoaches. Hoe gaat het nu met de pilot, hoe reageren medewerkers en zijn er punten waar ze tegenaan lopen?
Lees meer
Kun je exoskeletten inzetten voor mensen met een fysieke arbeidsbeperking? Waar moet je opletten en welke exoskeletten zijn er op de markt? In TINK Cedris nam Michiel de Looze, hoogleraar Productie Ergonomie aan de VU, en verbonden aan TNO, ons mee.
Lees meer
RCT Gelderland is één van de consortium leden van Technohub Inclusieve Technologie Apeldoorn. Innovatiemakelaar Marieke op de Weegh vertelt over RCT Gelderland, TINT Apeldoorn en waarom zij hierbij betrokken zijn.
Lees meer
Reguliere bedrijven laten zien dat ook zij medewerkers uit sociale werkbedrijven kunnen inzetten door inzet van technologie. Dat is het doel van werkbedrijf Senzer (Helmond De Peel) en Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). SW journaal sprak hierover met Roland van Kraaij engineer bij Senzer, Leendert Bos, kwartiermaker bij KIT en Harry de Boer, business developer bij TNO.
Lees meer