ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Terugblik TINK Cedris: Succesvol starten met cobots

Wat is er nodig om de implementatie van cobots in jouw organisatie tot een succes te maken? Rob Houthooft, directeur van Larcom, gaf tijdens TINK Cedris het antwoord. Zijn presentatie inspireerde 90% van de deelnemers om de mogelijkheden voor cobots in hun eigen organisaties te verkennen.

  • Cobots
  • TINK Cedris
Terugblik TINK Cedris: Succesvol starten met cobots

Hoe startte Larcom met cobots?

Uitproberen, vallen en weer opstaan

Toen Houthooft directeur van Larcom werd, merkte hij dat veel processen al lange tijd op dezelfde manier werden uitgevoerd. “De beste manier van werken werd niet onderzocht.” vertelt hij. In 2019 onderzocht de Universiteit Twente, in opdracht van Larcom, de automatisering van het productieproces. De uitkomst was schokkend: maar liefst 80% van de werkzaamheden kon worden overgenomen door cobots*. Houthooft was in eerste instantie bezorgd over de werkgelegenheid voor zijn medewerkers, maar voelde ook de noodzaak om te veranderen. In 2020 startte Larcom met de proefplaatsing van een cobot, maar deze mislukte. De automatisering leverde geen efficiencywinst op; het werk werd niet sneller of beter uitgevoerd, en er ontbrak draagvlak onder de staf en leiding.

De beren op de weg

Houthooft besefte dat hij eerst de obstakels moest aanpakken voordat de cobots succesvol konden worden geïmplementeerd. Larcom maakte nog gebruik van traditionele werkmethoden. Medewerkers schoven van tafel naar tafel zonder job-roulatie, wat de logistiek inefficiënt maakte. Daarnaast werden de beste werkwijzen niet onderzocht. Er waren veel wachttijden waarin medewerkers hun taken niet konden voortzetten. Houthooft merkte dat er een weerstand tegen verandering was. Hoewel het management openstond voor ontwikkeling, ontbrak dit bij de staf en leiding. Zij vonden dat er onvoldoende competenties en vaardigheden waren.

Wat is er nodig voor optimalisatie?

Houthooft realiseerde zich dat een cultuurverandering noodzakelijk was. Hij initieerde een optimalisatieproces. Allereerst werden de werkstation gemoderniseerd. Productietafels werden vervangen door transportbanden, buffertafels, sealmachines en dozensluiters. En medewerkers kregen de kans om verschillende taken uit te voeren en daarmee nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Het ‘oud denken’ verdween met het aannemen van nieuw personeel en het weggaan van oud personeel door pensionering en mensen die een andere rol kregen. De werkleiding werd vervolgens actief betrokken bij het proces om efficiëntie te verbeteren, zoals het oplossen van wachttijden.

Cobots succesvol inzetten

Na de optimalisatie durfde Houthooft het opnieuw aan om cobots in te zetten. Larcom stelde twee doelen:

  1. De productiecapaciteit op peil houden met een terugloop van mensen.
  2. Inhaken op de wensen van de arbeidsmarkt, zodat het werk aantrekkelijk blijft voor de jeugd en bedrijven geïnteresseerd zijn in de producten van Larcom.

Beide doelen zijn bereikt; Larcom blijft als werkontwikkelbedrijf relevant voor zowel medewerkers als opdrachtgevers!

Wat is volgens Larcom de meerwaarde van cobots?

  • Mensen kunnen een opleiding volgen tot operator 1 waarin zij bijvoorbeeld leren hoe ze een storing bij de cobot kunnen oplossen. Dit leidt tot een betere uitgangspositie op de arbeidsmarkt, want andere bedrijven vragen ook om deze kennis. Daardoor kunnen mensen makkelijker uitstromen naar externe werkgevers.
  • Jongeren zijn enthousiast over de rol van cobots in de productie en willen ermee werken, waardoor een nieuwe doelgroep wordt aangesproken.
  • “Met een cobot kun je 23 mensen vervangen,” legt Houthooft uit. “Met de terugloop van het aantal beschikbare mensen moet ons werk interessant blijven voor opdrachtgevers. Met een cobot houd je de capaciteit op orde.”

Waar moet je aan denken wanneer je wil starten met cobots?

  • Bedenk wie investeert in de cobot, doe je dit zelf of vraag je de opdrachtgever om bij te dragen. Larcom koos ervoor de cobot zelf aan te schaffen, met een investering van €45.000,-. Deze investering was binnen drie maanden terugverdiend door toename in de productiviteit.
  • Bedenk voor welke werkzaamheden je een cobot wil inzetten. Het is moeilijk om een cobot om te bouwen voor andere werkzaamheden. Larcom overlegde daarom goed met opdrachtgever over het beschikbare werk voor de komende jaren voordat de aankoop plaatsvond.
  • Zorg voor goede support bij eventuele problemen bij de cobot. Larcom stelde als voorwaarde dat de cobot van Europese onderdelen gemaakt werd. Ze werken samen met een lokale engineer voor ondersteuning bij problemen.

Meer weten?

Wil je meer weten over cobots? Of wil je een onderwerp aan bod laten komen bij TINK Cedris? Neem dan contact met ons op.

*Een cobot is een vorm van (programmeerbare) robottechnologie die bestaat uit een flexibele arm met een gripper (grijper) om voorwerpen mee op te pakken en te verplaatsen of te kantelen.

gerelateerde artikelen

Leiden cobots en augmented reality tot meer en beter werk?

  • Augmented Reality
  • Cobot
  • Cobots

Vooral mensen met een fysieke, cognitieve of andere beperking hebben baat bij ondersteuning door mensgerichte technologie. Dat blijkt onder meer uit een praktijkproef met zogeheten inclusieve technologie die TNO hield bij Amfors, het sociaal werkbedrijf in de regio Amersfoort. “Bij Amfors vinden wij het belangrijk om in te zetten op inclusieve technologie. Het vergroot de mogelijkheden van onze medewerkers om zelfstandiger te werken en meer complex werk op te pakken. Bovendien geeft het hen meer plezier in het werk en participeert men zo volwaardig in de samenleving”, zegt Amfors-directeur Ronald de Koning enthousiast. Moeilijke taken makkelijk maken Er zijn veel vacatures in de maakindustrie en tegelijkertijd staan er mensen zonder werk aan de kant. Inclusieve technologie maakt moeilijke taken makkelijk en kan beide problemen helpen oplossen. Zo kunnen ook lager geschoolde medewerkers eenvoudig vaardigheden leren en optimaal presteren. TNO doet al jaren onderzoek naar de inzet van inclusieve technologie om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan zinvol werk te helpen en werkenden duurzaam inzetbaar te houden, kortom te includeren in het arbeidsproces. Fysieke of collaboratieve robots (cobots) nemen gedeeltelijk taken over waar mensen met een beperking moeite mee hebben zoals zwaar, gevaarlijk, precies of eentonig werk. Daarnaast maakt augmented reality (AR) het mogelijk instructies op de werkplek te projecteren, waardoor medewerkers zonder voorafgaande training taken kunnen verrichten die ze anders onmogelijk aan zouden kunnen. “Eén tot twee uur werken met het Operator Support Systeem deed de zelfwaarde van de medewerkers zichtbaar groeien” Technologie geen bedreiging, maar een kans “Samenwerking tussen mens en machine staat momenteel volop in de belangstelling, omdat mensen met een beperking daardoor werk kunnen doen dat anders voor hen onbereikbaar was. Dat geldt zowel voor sociale werkbedrijven als het reguliere bedrijfsleven. In deze krappe arbeidsmarkt kan het voor ondernemers aantrekkelijk zijn mensen in dienst nemen die ze anders nooit hadden aangenomen. Zo is technologie geen bedreiging, maar biedt deze juist tal van nieuwe mogelijkheden op werkgebied”, zegt TNO-onderzoeker Gu van Rhijn. De mogelijkheden van inclusieve technologie In het onderzoek naar deze ontwikkelingen werkt TNO nauw samen met gerenommeerde instituten als het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC), VU Athena en Technopolis. Om in de praktijk naar de mogelijkheden voor mensen uit kwetsbare arbeidspositie te kijken, werkt TNO – in de Kennisalliantie Inclusie & Technologie (KIT) – samen met kenniscentrum en A&O-fonds sociale werkgelegenheid SBCM en met Cedris, de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid. Dat opent de weg naar de sociale werkbedrijven en sociale ondernemingen in ons land om daar met proeven aan te tonen dat technologieën hier vruchten afwerpen. Via KIT worden de resultaten van alle projecten publiek beschikbaar gesteld. “Inclusieve technologie vergroot de mogelijkheden van onze medewerkers om zelfstandiger te werken en meer complex werk op te pakken” Zonder ervaring direct aan de slag Dat bleek bijvoorbeeld bij Amfors waar 1.150 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken in onder meer het groen, metaal, productie en schoonmaak. De proef is gehouden bij medewerkers die armaturen voor led-straatverlichting assembleren. Afhankelijk van de activiteit en het niveau van de medewerker duurt het leren van de benodigde vaardigheden normaal gesproken weken. TNO heeft in deze pilot bij Amfors een Operator Support Systeem  (OSS) ingezet dat de werkinstructies stap voor stap op het werkblad of op het product projecteert. Medewerkers zien steeds welke handeling ze op dat moment moeten verrichten, waardoor mensen zonder enige ervaring direct aan de slag kunnen. Veelbelovende resultaten De resultaten van de proef zijn veelbelovend: een grote meerderheid is positief over het OSS. Ze vinden de projecties prettiger dan mondelinge uitleg en kunnen hun aandacht veel beter bij het werk houden. Verder geven verreweg de meesten aan hierdoor moeilijker werk aan te kunnen dan voorheen. Uit tijdmetingen bleek dat na het assembleren van drie producten de cyclustijd al met 30 procent is gedaald en daarmee het niveau is bereikt van ervaren medewerkers. Volgens een begeleider van de groep deed één tot twee uur werken met het systeem de zelfwaarde van de medewerkers zichtbaar groeien. Snel en foutloos werken geeft mensen zelfvertrouwen en plezier in het werk. Opleidings- en productiekosten dalen Het Operator Support Systeem is ook ingezet en getest met en bij diverse hightech bedrijven zoals Thomas Regout, Omron, Bronkhorst, Variass en Vekon in de assemblage van complexe en steeds variërende productvarianten. Ook hier bewijst het systeem zijn meerwaarde. Onervaren personen werken dankzij het OSS net zo snel en foutloos als iemand met ervaring. Personeel is veel flexibeler in te zetten en de opleidings- en productiekosten gaan omlaag. “Uit tijdmetingen bleek dat na het assembleren van drie producten de cyclustijd met 30 procent is gedaald en daarmee het niveau is bereikt van ervaren medewerkers” Interesse bedrijfsleven voor praktijkproeven “We zien dan ook dat verschillende sectoren in het bedrijfsleven, vooral de maakindustrie, interesse tonen voor ons onderzoek en de praktijkproeven”, zegt Harry de Boer van TNO Gezond Leven. “Door technologieën als cobots, exoskeletten, augmented en virtual reality vergroten we de kansen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en worden zij interessanter voor werkgevers. We laten nu zien dat het voor beide partijen profijtelijk is. Het inzetten van bijvoorbeeld een OSS verlaagt de drempel voor ondernemers om mensen met beperkingen in hun organisatie te laten werken.” Op hoger niveau inzetbaar De komende tijd staan meer praktijkproeven op het programma. Na de eerste goede resultaten is er meer inzicht nodig om inclusieve technologie verder op te schalen. TNO wil de technologie verfijnen door deze nog beter te laten aansluiten op zowel beperkingen en vaardigheden van mensen als op verschillende processen in bedrijven. Daarnaast is er meer inzicht nodig in langetermijneffecten van deze technologieën op productiviteit, leertijd, inzetbaarheid en ontwikkeling van mensen. “We beginnen niet bij de techniek, maar bij het proces en de mens”, zegt Van Rhijn. “Om welke beperkingen en competenties van mensen gaat het, welk productieproces, welke taken en handelingen. Door dat goed in kaart te brengen kun je systemen op maat bouwen en ze individueel afstemmen. Zo worden mensen meer, breder en op hoger niveau inzetbaar.”

Lees meer

Derde pilot Kennisalliantie Inclusie en Technologie van start bij UW Utrecht

  • Cobots
  • Pilots
  • UW Utrecht

UW gaat testen of inzet van de cobot de productie kan verhogen en het werk minder zwaar kan maken voor medewerkers. Daarmee start de derde pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT), een initiatief van TNO, Cedris en SBCM. Het doel van KIT is de meerwaarde van innovatieve techniek voor sociale werkgelegenheid te onderzoeken. Het vraagstuk van UW UW Metaal produceert in opdracht van Sunbeam uit Zeist al jaren metalen frames voor het monteren van zonnepanelen op platte daken. De medewerkers bij Metaal bestaan voor het grootste deel uit SW-medewerkers en Wajong’ers. Zij ervaren het werk als fysiek zwaar door het repeterende karakter ervan. Dit is voor de ouder wordende SW-medewerkers in toenemende mate een probleem. Daarnaast is het werk door de zwaarte en de complexiteit in het algemeen minder geschikt voor mensen met fysieke beperkingen. Draagt de inzet van een colloborative robot bij aan de oplossing? Door de energietransitie neemt de vraag naar zonnepanelen toe. UW zou de productie daarom willen opvoeren, zonder dat de begeleidingstijd voor medewerkers oploopt of dat de kwaliteit van het product afneemt. Een flexibele robot (cobot) kan daar mogelijk voor zorgen. UW zet tijdens de pilot de cobot in voor de taken die medewerkers vanwege  het repeterende karakter als fysiek zwaar ervaren en voor complexe handelingen. TNO onderzoekt vervolgens wat de kosten en baten zijn van de inzet van deze cobot. Wat zijn de effecten op de inzetbaarheid en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers? Wordt het werk op deze manier toegankelijker voor een bredere doelgroep? En kan de productie omhoog door de inzet van de cobot? Derde pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie In een serie van vijf pilots onderzoeken en stimuleren SBCM en Cedris samen met TNO de mogelijkheden van de inzet van technologie voor de sociale werkgelegenheid. Hiervoor zijn de drie partijen samen een Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) aangegaan. In die kennisalliantie wordt de expertise van TNO gekoppeld aan het netwerk van Cedris en de kennis van SBCM op het gebied van passend werk en de ontwikkeling van medewerkers. De pilot bij UW is de derde in de reeks. Eerder startten al een pilot  bij Amfors en  bij Senzer. De resultaten van de pilot bij Amfors worden binnenkort bekend. Meer informatie Wilt u weten hoe de eerdere pilots eruitzien? Bekijk dan de filmpjes over de pilots  bij Amfors en  bij Senzer.

Lees meer