Van start-up naar spin in het web
TINT Apeldoorn is de eerste TINT-hub in Nederland. Wat begon als een initiatief van KIT, en A+O Metalektro, is inmiddels uitgegroeid tot een stevig netwerk van meer dan zestig partners. “We zijn begonnen in een lege ruimte met IKEA-kastjes en losse stoelen,” blikt Scheijbeler terug. “Inmiddels zijn we een plek waar studenten, bedrijven, consulenten en medewerkers samenkomen om technologie in te zetten voor duurzame inzetbaarheid.”
Een TINT opzetten kost tijd, ruimte en commitment. “Het is geen projectje dat je er even bij doet,” zegt Scheijbeler stellig. “Mensen moeten hiervoor vrijgemaakt worden. Bedrijven moeten investeren in samenwerking. En fouten maken hoort erbij.” Die investering is het helemaal waard, want de opbrengst is groot.
De kernpartners – Hogeschool Saxion, MBO Aventus en werkontwikkelbedrijf Lucrato – zorgen voor continuïteit in de dagelijkse praktijk. Rondom hen heen bevindt zich een groeiende bol van bedrijven, onderwijsinstellingen en organisaties die aansluiten op concrete projecten. “Iedereen participeert vanuit zijn eigen waarden en doelen,” zegt Scheijbeler. “Het belangrijkste is dat die op elkaar aansluiten.”
Wat doet een TINT?
Een TINT is een Publiek Private Samenwerking waarin onderwijs, bedrijfsleven en sociale partners samen projecten opzetten rond technologie en inclusie. Bedrijven dienen vraagstukken in, studenten voeren onderzoek uit, en werkontwikkelbedrijven brengen hun kennis van de doelgroep in. De behoeften van mensen met een ondersteuningsvraag staan altijd centraal.
“Wij werken volgens het Human Centered Design Model,” legt Elianne de Roo uit. “We starten pas met een project als er een concrete behoefte is. Soms komt er een werkgever met een taalprobleem op de werkvloer. Soms is er een medewerker die niet kan lezen. Dan zoeken wij met elkaar uit: wat is er mogelijk?” De Roo: “Werkgevers denken vaak dat inclusieve technologie duur is. Maar als je een vertaalsysteem vergelijkt met de kosten van een tolk, dan valt dat reuze mee. Het vraagt vooral lef om vragen te stellen en je aannames uit te dagen.”
Technologie als middel
Technologie is in die zin nooit het vertrekpunt. “Het is een middel, geen doel,” zegt Scheijbeler. “Het gaat erom dat iemand z’n werk beter, prettiger of zelfstandiger kan doen.” Daarom test TINT technologie in de praktijk, met de doelgroep. Werkt het niet? Dan stopt het. Werkt het wel? Dan wordt het geborgd in de organisatie.
Een greep uit de onderzoeken van TINT Apeldoorn:
- Operator Support System (OSS): Een beamerprojectie die via licht en geluid werkinstructies geeft aan medewerkers.
- 3D-printen: Medewerkers leren printen en bewerken, en maken onderdelen voor echte bedrijven.
- VR-sollicitatietraining: Een veilige omgeving om sollicitatiegesprekken te oefenen – mét gerichte feedback van de trainer.
- Vertaaltechnologie: Mensen hoeven elkaars taal niet te verstaan om elkaar wel te begrijpen door real-time vertalingen.
Wat levert het op?
De opbrengst van een TINT zit in veel dingen tegelijk:
- Voor werkontwikkelbedrijven betekent het directe toegang tot technologische kennis en ondersteuning.
- Voor mkb is het een kans om inclusief werkgeverschap concreet te maken.
- Voor studenten is het een leeromgeving met échte impact.
- En voor mensen met een ondersteuningsvraag zijn het nieuwe kansen op werk
Scheijbeler: “Iedereen verdient belangrijk te zijn in de maatschappij. En dat kan alleen als we werk anders durven te organiseren. Niet iedereen past in het standaardplaatje – maar iedereen heeft potentieel.”
Lokaal verankerd, landelijk verbonden
TINT Apeldoorn werkt regionaal, maar staat zeker niet op zichzelf. Er zijn inmiddels meerdere TINT-hubs in Nederland. “We concurreren niet met elkaar,” zegt Scheijbeler. “We wisselen kennis uit, sturen studenten over en weer, en leren van elkaars projecten. We versterken elkaar. Iedere hub heeft z’n eigen focus: wij zijn sterk in onderwijs.”
Bij TINT Apeldoorn zijn veel stageplekken beschikbaar en dat trekt studenten aan met allerlei verschillende achtergronden. Dat is erg waardevol volgens Scheijbeler. Ze vertelt: “Studenten hebben hun eigen interesses en door hun verschillende opleidingen brengen ze hun eigen invalshoek mee. Ze verdiepen zich enthousiast in een onderwerp en de onderzoeken die daaruit volgen zijn erg interessant voor ons.”
Student Martijn Pattie beaamt de vrijheid die de TINT geeft om zijn interesses om te zetten in onderzoek: “Voor mij als student is het geweldig om hier te werken. Het is elke week anders. Soms heb je een casus van een gemeente, dan weer van een bedrijf. Het laat zien hoe divers deze wereld is – en hoeveel er mogelijk is.”
Dat lokale karakter is belangrijk, benadrukt De Roo: “Je moet de mensen kennen, de arbeidsmarkt voelen. Alleen dan kun je echt iets betekenen.” Scheijbeler vult aan: “Als je je richt op heel Nederland, raak je versnipperd. Maar werk je regionaal samen – met bedrijven, scholen en werkontwikkelbedrijven – dan zit je dicht op het vuur.”
De toekomst
De ambities van TINT Apeldoorn blijven groeien. De komende jaren wil de hub de opgedane kennis nog actiever delen met mkb’ers, via implementatietrajecten en demonstraties. “We willen niet alleen de werkvloer inclusiever maken, maar ook het denken erover veranderen,” zegt Scheijbeler. “Zodat inclusie en diversiteit geen uitzondering meer zijn, maar de norm.”
Meer weten?
Een Technohub Inclusieve Technologie (TINT) is een co-creatie van bedrijven, onderwijsinstellingen en werkontwikkelbedrijven met als doel om mensen met een ondersteuningsvraag te helpen bij het vinden van werk én meer mensen duurzaam inzetbaar te maken met behulp van slimme technologie. In de serie Kijkje in de Keuken nemen we je mee in de werkzaamheden van een TINT. Wat doet de TINT, wie zijn erbij aangesloten en wat levert het op?