ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

De rol van TNO in de pilot Smart beamer bij Inclusief Gresbo

In pilots speelt TNO, founding partner van Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT), als onderzoeker een belangrijke rol. KIT sprak met Ellen Wilschut, onderzoeker Human Factors, over de rol van TNO bij de pilot Inclusief Gresbo.

  • Smart beamer
  • TKI-LSH
  • TNO
De rol van TNO in de pilot Smart beamer bij Inclusief Gresbo

Start van pilot

Vanuit TNO zijn verschillende bedrijven benaderd met betrekking het gezamenlijk opzetten van een TKI-LSH project met inclusieve technologie voor mensen met een verstandelijke beperking. Inclusief Gresbo reageerde hier enthousiast op. De pilot van Inclusief Gresbo is één van de drie pilots die lopen bij bedrijven voor het TKI-LSH project.

Canvas sessie

Canvassessie

Voordat er definitief wordt bepaald welke technologie er binnen de pilot wordt gebruikt organiseert TNO bij het deelnemende bedrijf een canvas sessie. Een belangrijke bijeenkomst om samen met het bedrijf en haar interne stakeholders de knelpunten en/of vraagstuk, de doelgroep en het product vast te stellen.

Bij inclusief Gresbo is een middag georganiseerd met de directeur, werknemers van de werkvloer, jobcoach en afdelingsleider. Alle punten van de canvas zijn één voor één doorgenomen met als doel de inventarisatie van de knelpunten waar de technologie het beste kan worden ingezet en het bepalen van de meest geschikte technologie voor de uitdagingen die het bedrijf tegenkomt.

Welke knelpunten worden er binnen het bedrijf ervaren? Zijn er knelpunten bij de medewerkers qua inzetbaarheid, qua toegankelijkheid van het werk of zijn er specifieke competenties nodig? Dit wordt als eerste bepaald.

Welk doel

Wat wil het bedrijf bereiken? Meer productiviteit, meer kwaliteit oftewel prestatiegericht? Of meer juist mensgericht waarin het bedrijf zich wil richten op de ontwikkeling van de doelgroep, kansen wil creëren en/of meer tijd wil creëren voor kwalitatieve begeleiding? Of wil het bedrijf haar imago verbeteren en beter klaar staan voor de toekomst?
Het vraagstuk van Inclusief Gresbo richt zich op de ontwikkeling van haar medewerkers, maar ook op verbeteren van haar productiviteit.

De doelgroep

Het doel is bepaald en de volgende stap is het selecteren van de doelgroep. Wie gaan er deelnemen aan de pilot? Met andere woorden: Wie gaat de technologie gebruiken? Juist iemand met een psychosociale beperking of juist een medewerker een verstandelijke beperking?
Bij Inclusief Gresbo ligt de focus op mensen met een cognitieve beperking, maar de meeste mensen hebben meerdere beperkingen. Dus is de selectie niet zo zwart-wit en TNO gaat om met de samenstelling van de bestaande medewerkerspopulatie
Bij Inclusief Gresbo gaat het uiteindelijk om medewerkers op verschillende niveaus en met verschillende beperkingen.

Keuze product

Welke producten of productieprocessen zijn geschikt voor de pilot? In het geval van Inclusief Gresbo kwam het assembleren van de binnenkant van meterkasten als beste optie eruit, niet het meest ideale en makkelijkste product overigens!
Inclusief Gresbo had voorafgaande aan de pilot 1 type meterkast om te assembleren en ze kregen tijdens de pilot 5 verschillende types. Dit maakt het uitermate interessant om door middel van Operator Support technologie het productieproces te ondersteunen. Met 5 verschillende types kan je je immers makkelijk een keer vergissen.
Doordat de productie toenam was het bijkomende voordeel dat er binnen Inclusief Gresbo ook meer behoefte aan medewerkers ontstond om die de meterkasten in elkaar konden zetten.

Keuze van de technologie

Als bedrijf bepaal je de makkelijke en moeilijke stappen in het productie proces, welke knelpunten zijn er en voor wie. Je start met het bepalen van de context factoren.

Bijvoorbeeld:
– Een medewerker moet met beide handen werken om het product te maken. Hierdoor valt als operator support technologie de tablet af.
– Een medewerker moet er 8 uur lang mee kunnen werken, hierdoor valt de hololens af. Deze kan je niet zoveel uur dragen.

Als alle bovenstaande factoren zijn bepaalt wordt middels de canvast methode de meest geschikte technologie bepaald.
Bij Inclusief Gresbo was duidelijk dat het een operator support technologie zou worden. Uiteindelijk is gekozen voor de smart beamer.
Inclusief Gresbo heeft er één smartbeamer aangeschaft en voor de duur van de pilot zijn twee extra smart beamers gehuurd en geïnstalleerd bij Inclusief Gresbo.

Smart beamer bij Inclusief Gresbo

Afronding canvas sessie

Uit de canvas sessie komen voor bedrijven vaak verrassende dingen naar voren. Vaak is er een voorkeur voor een bepaalde technologie, maar tijdens de canvas sessie blijkt dat andere technologie slimmer is om in te zetten. Ook wordt het bedrijf getriggerd om goed over alle (knel)punten na te denken en waarom en voor wie de technologie wordt ingezet.

Het selecteren van de medewerkers

Een belangrijk onderdeel is het selecteren van de medewerkers voor een pilot. Hier is TNO altijd nauw bij betrokken. Bedrijven hebben vaak de neiging om medewerkers te selecteren die de werkzaamheden al kunnen. Terwijl het juist interessant is om medewerkers te selecteren waarvan je als bedrijf twijfelt of ze het kunnen. Hier ligt juist de waardevolle informatie. Kan de technologie er voor zorgen dat mensen de werkzaamheden nu wel kunnen doen?

Bij Inclusief Gresbo wordt gewerkt in 2 groepen. De controle- en de technologiegroep.
De controle groep werkt op klassieke wijze, dus met uitleg van de begeleider. De technologie groep werkt met de smart beamer. De groepen zijn ingedeeld om zo gelijk als mogelijk te zijn bij aanvang van de pilot. Dit gebeurt aan de hand van een aantal competentie scores.

Inspanning TNO en Inclusief Gresbo

Belangrijk is de samenwerking tussen het pilot bedrijf en TNO. Zowel Inclusief Gresbo als TNO hebben een team gevormd om zo alles af te stemmen. Het is niet niks wat er van pilot bedrijven wordt gevraagd: kwaliteitsmeting van elk product en het vrij maken van personeel.
Daarnaast heeft Inclusief Gresbo roosters gemaakt, wie wanneer training volgt etc. Het vraagt dus van beide kanten inspanning om het tot een succes te maken.

Aan de gang met de technologie: smart beamer

TNO gaat aan de slag met het maken van werkinstructies voor de smart beamer. Inclusief Gresbo had zelf al goede werkinstructies op papier staan en deze zijn omgezet naar digitale instructies.
Het is een iteratief proces. Een ervaren operator probeert de instructies uit en eventuele aanpassingen worden daarna weer doorgevoerd. Vaak is het wel zo dat er extra video’s en foto’s nodig zijn om goed te laten zien welke assemblage handeling moet worden uitgevoerd.

Rol van TNO tijdens de pilot

Vooraf worden er vragenlijsten afgenomen bij de medewerkers en begeleiders. Daarna wordt er wekelijks data opgehaald.  Er zijn contact momenten met begeleiders over uitval medewerkers en de achterliggende redenen. Hiervoor is een wekelijks contactmoment tussen Inclusief Gresbo en TNO.
Ook maakt TNO gebruik van de inzet van een digitale vragenlijst op een tablet. Het meten van de menskant is uitdagend in de pilot, maar door inzet van de digitale vragenlijst wordt dit inzichtelijker. Elke week krijgen de medewerkers die meedoen aan de pilot een paar vragen, die ze direct kunnen beantwoorden. Zo wordt er extra data verzameld voor correcte evaluatie.

Bijsturen groep

In het geval van Inclusief Gresbo was er veel uitval van medewerkers. Mensen zijn uitgevallen doordat ze ziek werden of elders werden gedetacheerd. Hierdoor was bijsturen noodzakelijk en zijn een paar mensen uit de controlegroep naar de technologiegroep gegaan en zijn er 2 extra medewerkers toegevoegd aan de pilot.
Dit is een afweging tussen wetenschappelijk onderzoek doen en de uitdaging van de praktijk. Ellen Wilschut benadrukt dat ze dit als onderzoeker het allerleukste vindt; Het verzamelen van zo goed mogelijke data vanuit een praktijk setting. Geen klinische setting, maar met alle invloeden zoals bijvoorbeeld corona.
Plus het signaleren waar de instructies beter kunnen worden afgestemd op de werknemers. Tijdens de pilot is een instructie voor linkshandige medewerkers ontwikkeld en een meer eenvoudigere instructie voor mensen die het werk zo goed aan konden dat niet iedere stap een instructie nodig had. Hierdoor hoeven ervaren medewerkers niet alle stappen door te lopen met de smart beamer, maar worden alleen de kwaliteitscontroles getoond en een samenvatting van de assemblage stappen.

Eerste effecten tijdens de pilot

Momenteel worden de data van de pilot geanalyseerd om het effect van de smart beamer te kunnen vaststellen. Zowel het effect op de werkzaamheden die uitgevoerd worden als het effect van inzet van technologie op de mens. Niet iedereen rondt de pilot af, in de praktijk blijkt het niet voor alle medewerkers uit de doelgroep geschikt. Een belangrijke focus in deze pilot is het geloof in eigen kunnen. Sommige werknemers zie je groeien tijdens de pilot met meer zelfvertrouwen omdat ze het product kunnen bouwen. TNO heeft d.m.v. vragenlijsten en interviews gemeten of iemand meer zelfvertrouwen krijgt, trots is op zijn werk en/of meer plezier heeft.

Afronding pilot

Van te voren is er een planning gemaakt met start, pilot en analyse. Er is dus een duidelijk einde in de pilot. De laatste interviews worden afgenomen met daarin o.a. de vraag: werk je liever met technologie of zonder? Alle data wordt geanalyseerd en het eindresultaat wordt door TNO gepresenteerd aan het bedrijf. Verschillende bedrijven worden uitgenodigd om deel te nemen aan de transitie arena waar naar  de verschillende pilots wordt gekeken: naar de effecten en kansen voor opschaling van inclusieve technologie. TNO is gespecialiseerd in onderzoek en heeft als doel om partijen te verbinden.

Inzet van inclusieve technologie

Tot slot wil Ellen Wilschut graag nog iets meegeven aan bedrijven die geïnteresseerd zijn in inclusieve technologie. ‘Het is belangrijk om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te betrekken bij de digitalisering, door ze te laten werken met technologie. Door de toename van technologisering zie je een groter gat ontstaat tussen onderkant arbeidsmarkt en regulieren banen in de industrie. Inclusieve technologie kan hier een mooie brug slaan om mensen met een beperking te ondersteunen, zodat het gat niet groter zal worden en hopelijk eerder kleiner. Waar de kansen liggen en wat het effect van inclusieve technologie is op duurzame inzetbaarheid, dat is wat wij onderzoeken.’

TNO en Ellen Wilschut in het kort

Ellen Wilschut onderzoeker bij TNO

In 1932 is bij wet de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek opgericht: TNO.
Het doel van TNO is om kennis toepasbaar te maken voor bedrijven en overheden. TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie en richt zich op gezamenlijke creatie van waarde in maatschappelijke én economische termen in verschillende domeinen waaronder werk. De wereld van werk verandert snel door globalisering, vergrijzing en technologische ontwikkelingen. Als Nederland wil blijven concurreren zijn goede arbeidskrachten nodig. Hoe zorgen we dat mensen gezond, veilig en productief kunnen en blijven werken? Hoe zorgen we dat organisaties sociaal ondernemen en hoe kunnen we inclusief werknemerschap simuleren? TNO wil het aanpassingsvermogen van mens en organisatie versterken, zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op de veranderende arbeidssituatie en de duurzame inzetbaarheid van werknemers kunnen vergroten. Ellen Wilschut is onderzoeker bij TNO op het gebied van mens en machine interactie. Ze kijkt hoe mensen omgaan met mensgerichte technologie op het werk. Ze richt zich binnen TNO op het topic inclusieve technologie en de daarbij behorende pilots: van onderzoek tot implementatie tot evaluatie.

Goldschmeding Foundation

De Goldschmeding Foundation werkt aan een betere wereld waarin Mens, Werk en Economie met elkaar in balans zijn én elkaar versterken. Zij doen dit vanuit de overtuiging dat deze ontstaat als mensen elkaars belangen dienen.

De Foundation ondersteunt daarom – met inzet van donaties, netwerk en kennis – zowel excellent wetenschappelijk onderzoek als innovatieve praktijkprojecten, die bijdragen aan een Inclusieve Arbeidsmarkt, Duurzaam Werk en een Menswaardige Economie waaronder het TKI-LSH project.

 

gerelateerde artikelen

Tweede pilot met technologie start bij Senzer. Welke bedrijven volgen?

  • Pilots
  • TNO

Bij de montage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto krijgen medewerkers ondersteuning van een operator support system (OSS). Eerder startte een vergelijkbare pilot bij de Amfors Groep. Samen met TNO willen SBCM en Cedris hierna nog een drietal andere pilots starten. Hebt u hiervoor interesse? Dien dan een aanvraag in. Kan technologie de inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vergroten en tegelijkertijd het productieproces optimaliseren? Het doel van de pilot bij Senzer is antwoord te krijgen op deze vraag. Via Senzer werken ongeveer 600 medewerkers vanuit de SW en Participatiewet bij zakenpartner Dorel aan de voor- en eindmontage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto (Maxi Cosi). Deze medewerkers krijgen de komende tijd bij hun werk ondersteuning van een operator support system (OSS). Via het systeem zien ze geprojecteerde werkinstructies die hen stap voor stap door hun taken leiden en hen wijzen op eventuele fouten. Productieproces optimaliseren De vraag is of het OSS medewerkers kan helpen een hoogwaardig product te blijven leveren, terwijl tegelijkertijd het productieproces efficiënter wordt. Als medewerkers door het OSS bijvoorbeeld meer verschillende taken kunnen uitvoeren dan ze nu doen, kan het bedrijf een aantal werkplekken samenvoegen. En als het aantal fouten in de productie afneemt, zijn er minder controlepunten nodig. Hierdoor zou de kostprijs van het product lager kunnen worden. Tweede pilot in project SBCM, Cedris en TNO De proef bij Dorel/Senzer is de tweede pilot in een onderzoek van SBCM, Cedris en TNO naar de meerwaarde van innovatieve techniek voor bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf of sociaal ondernemer, de klant, de werknemer en de gemeente. Eind 2017 kende SBCM de eerste subsidie toe aan de Amfors Groep. Dit bedrijf  maakt in de pilot ook gebruik van de techniek van OSS. De vraag daar is of het OSS de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers kan vergroten. In volgende pilots willen de partijen experimenteren met andere technologieën en andere werksoorten. Nog ruimte voor drie andere pilotbedrijven Naar verwachting zijn er vijf pilots nodig om de meerwaarde van techniek voor de sociale werkgelegenheid voldoende te kunnen onderzoeken. SBCM stelt daarom subsidie beschikbaar voor nog een drietal pilots. Sociale werkbedrijven, sociale ondernemingen en inclusieve werkgevers die meedoen aan een pilot kunnen de kosten voor de uitvoering voor maximaal 50 procent vergoed krijgen vanuit het samenwerkingsproject, met een maximumbedrag van € 25.000,-. Hebt u belangstelling om aan de pilot mee te doen? Bekijk de voorwaarden en vul het aanvraagformulier in. (PDF-formulier  (246 KB) of  WORD-formulier  (346 KB)) Verdere samenwerking met TNO onderzocht In het onderzoek werken SBCM en Cedris samen met TNO. SBCM subsidieert de uitvoering van de pilots, TNO investeert in het onderzoek en Cedris stelt een kennisnetwerk van sociale werkbedrijven beschikbaar. Een aantal sociale werkbedrijven neemt deel in de klankbordgroep en heeft daarmee een adviserende rol. Terwijl de pilots nog lopen, verkennen SBCM, Cedris en TNO een verdere samenwerking. Bijvoorbeeld door kennis breder uit te wisselen en die te verdiepen of door een gezamenlijk kennisplatform te starten. Ook een vervolg op de pilots is mogelijk, waarbij de uitgeteste technieken ook bij andere bedrijven ingezet worden. Meer informatie We houden u op de hoogte over de pilots en de resultaten daarvan. Meer over het samenwerkingsproject en de pilot bij de Amfors Groep  leest u in een eerder nieuwsbericht. Via bijgaand  filmpje krijgt u inzicht in de bredere context van Smart Industry en in de opgave die er voor het bedrijfsleven ligt. Inclusie maakt hier deel van uit.

Lees meer