ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsEventsKIT

Technologie uitgelicht: Operator Support Systeem

In onze zomerreeks staan we elke week stil bij één inclusieve technologie. Vandaag Operator Support Systeem (OSS)

Technologie uitgelicht: Operator Support Systeem

Er zijn verschillende technologieën die kunnen worden ingezet om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, in de breedste zin van het woord, te helpen bij het vinden en behouden van passend en waardevol werk.

Vandaag staat Operator Support Systeem (OSS) centraal. Een OSS maakt gebruik van geavanceerde projectietechnologie om complexe, handmatige taken die deel uitmaken van productie-, assemblage- en trainingsactiviteiten van een bedrijf te vereenvoudigen.

Zo kunnen mensen met een beperking werkzaamheden uitvoeren die voor inzet van de technologie niet mogelijk waren. Het stelt bedrijven in staat om productielijnen, personeel en producten zo efficiënt en optimaal mogelijk te laten werken.

De inzet van een OSS is van grote waarde voor werknemers met een verstandelijke of psychische beperking die moeite hebben om handelingen te onthouden.

Onder andere Senzer en MidZuid zetten deze technologie in voor hun medewerkers en opdrachtgevers.

Meer weten over OSS?

Lees meer over OSS en verhalen uit de praktijk. Neem voor vragen contact met ons op. 

gerelateerde artikelen

Technologie en inclusie; het kan en het werkt!

  • IBN
  • Robots

Met die vraag houdt Wim van Wanrooij, directeur Services bij IBN, zich al een hele tijd bezig. Hij voelt de maatschappelijke plicht om de mogelijkheden van nieuwe technologie te onderzoeken, ‘Ik vind dat wij hier de taak hebben om te laten zien dat het gewoon kan en dat het werkt.’ Met robots op weg naar complexer werk IBN zet robotisering en mechanisering in om werk te creëren voor mensen die het zonder steun niet redden op de arbeidsmarkt. ‘Door de inzet van nieuwe technologie bereiden we mensen binnen de muren van IBN voor op het werk buiten’, vertelt Van Wanrooij, ‘Het is een opstap naar complexer werk. Ze leren bij ons de robots bedienen, die ze buiten IBN ook tegen kunnen komen. Mensen vinden zo’n robot spannend, maar vinden het ook stoer om zo’n ding te mogen bedienen.’ De robots ondersteunen de medewerkers bij complex werk. ‘De technologie is bij IBN altijd bedoeld om te zorgen dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zoveel mogelijk mee kunnen doen. Zo waren er werkzaamheden bij het locken van automatten die te complex waren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze werkzaamheden werden daarom gedaan door reguliere medewerkers. Nu heeft een robot die werkzaamheden overgenomen en deze robot wordt volledig bediend door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op die manier is er nieuw werk gecreëerd voor onze doelgroep.’ Afbeelding: inzet van slimme technologie. Topsport aan de menskant, topsport aan de bedrijfskant Uiteraard spelen ook zakelijke overwegingen een rol. Van Wanrooij beschrijft het als topsport aan de menskant, maar ook topsport aan de bedrijfskant, ‘De kosten voor nieuwe investeringen zijn hoog. Niet alleen in aanschaf, maar ook voor het instellen en programmeren lopen de kosten op. De inzet van nieuwe technologie moet echt een aanvulling zijn op het reguliere proces.’ Van Wanrooij overweegt altijd of het zinvol is om nieuwe technologie toe te voegen, ‘Is het fijn als je een aangeefrobotje hebt, omdat een medewerker die één arm mist dan ergens beter bij kan? Misschien. Maar je kunt dat wat hij moet pakken misschien ook anders neerzetten.’ Daarnaast is het volgens Van Wanrooij belangrijk om samen met je klant naar de toekomst te kijken, ‘Hoe lang ga ik dit product nog maken? Hoe lang verkoopt de klant het nog? Wat zijn de ontwikkelingen rondom dit product en gaat de technologie waarmee ik dit product ga produceren binnenkort veranderen? Dat gesprek moet je wel voeren en dat vraagt ook visie op de hele markt waar je in zit. Dat is die topsport aan de businesskant.’ De kansen van mixed-reality Het ministerie van SZW en UWV organiseren namens de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) de Challenge Technologie voor inclusie. Tot 25 januari konden werkgevers en technologiebedrijven die willen experimenteren met nieuwe technologie een subsidieaanvraag indienen. IBN deed mee en diende een aanvraag in voor de aanschaf van twee mixed-reality brillen. De brillen moeten medewerkers gaan begeleiden in het productieproces van een elektrische scooter door de assemblagehandelingen in real time te projecteren op de werkelijkheid. Een groep van 30 ICT’ers met autisme volgt bij IBN de werkleerlijn ICT. Een aantal medewerkers uit deze groep zal de mixed-reality brillen gaan programmeren. Zo snijdt het mes aan twee kanten. ‘We zien een toename van het aantal jongeren met concentratiestoornissen. De subsidieaanvraag is specifiek gericht op deze doelgroep. De assemblage van een voorvork met koplamp bestaat al uit 45 stappen. Iemand met een concentratiestoornis kan dat gewoon niet onthouden.’ Een bijkomend voordeel is dat de brillen positieve feedback geven als het werk goed is uitgevoerd. Daarmee groeit de aandacht voor de menskant. De tijd van de begeleiders gaat niet op aan het begeleiden van het werkproces. Daardoor kunnen zij zich meer richten op begeleiding en ontwikkeling van de medewerkers. Inclusieve technologie een must Met de inzet van nieuwe technologie groeit de aandacht voor de mensen, de kwaliteit van het product wordt beter, de productiesnelheid wordt hoger en het zelfvertrouwen van de medewerkers loopt op. Op de vraag of de inzet van nieuwe technologie een must is voor sociale ondernemingen en sociale werkbedrijven antwoordt Van Wanrooij: ‘Als het mensen helpt om meer te kunnen, dan is het een must, je moet mensen maximaal uitdagen en het is dan onze plicht om daarmee te experimenteren, dat vind ik echt.’ IBN IBN is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.

Lees meer
inclusieve technologie

Tweede pilot met technologie start bij Senzer. Welke bedrijven volgen?

  • Pilots
  • TNO

Bij de montage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto krijgen medewerkers ondersteuning van een operator support system (OSS). Eerder startte een vergelijkbare pilot bij de Amfors Groep. Samen met TNO willen SBCM en Cedris hierna nog een drietal andere pilots starten. Hebt u hiervoor interesse? Dien dan een aanvraag in. Kan technologie de inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vergroten en tegelijkertijd het productieproces optimaliseren? Het doel van de pilot bij Senzer is antwoord te krijgen op deze vraag. Via Senzer werken ongeveer 600 medewerkers vanuit de SW en Participatiewet bij zakenpartner Dorel aan de voor- en eindmontage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto (Maxi Cosi). Deze medewerkers krijgen de komende tijd bij hun werk ondersteuning van een operator support system (OSS). Via het systeem zien ze geprojecteerde werkinstructies die hen stap voor stap door hun taken leiden en hen wijzen op eventuele fouten. Productieproces optimaliseren De vraag is of het OSS medewerkers kan helpen een hoogwaardig product te blijven leveren, terwijl tegelijkertijd het productieproces efficiënter wordt. Als medewerkers door het OSS bijvoorbeeld meer verschillende taken kunnen uitvoeren dan ze nu doen, kan het bedrijf een aantal werkplekken samenvoegen. En als het aantal fouten in de productie afneemt, zijn er minder controlepunten nodig. Hierdoor zou de kostprijs van het product lager kunnen worden. Tweede pilot in project SBCM, Cedris en TNO De proef bij Dorel/Senzer is de tweede pilot in een onderzoek van SBCM, Cedris en TNO naar de meerwaarde van innovatieve techniek voor bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf of sociaal ondernemer, de klant, de werknemer en de gemeente. Eind 2017 kende SBCM de eerste subsidie toe aan de Amfors Groep. Dit bedrijf  maakt in de pilot ook gebruik van de techniek van OSS. De vraag daar is of het OSS de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers kan vergroten. In volgende pilots willen de partijen experimenteren met andere technologieën en andere werksoorten. Nog ruimte voor drie andere pilotbedrijven Naar verwachting zijn er vijf pilots nodig om de meerwaarde van techniek voor de sociale werkgelegenheid voldoende te kunnen onderzoeken. SBCM stelt daarom subsidie beschikbaar voor nog een drietal pilots. Sociale werkbedrijven, sociale ondernemingen en inclusieve werkgevers die meedoen aan een pilot kunnen de kosten voor de uitvoering voor maximaal 50 procent vergoed krijgen vanuit het samenwerkingsproject, met een maximumbedrag van € 25.000,-. Hebt u belangstelling om aan de pilot mee te doen? Bekijk de voorwaarden en vul het aanvraagformulier in. (PDF-formulier  (246 KB) of  WORD-formulier  (346 KB)) Verdere samenwerking met TNO onderzocht In het onderzoek werken SBCM en Cedris samen met TNO. SBCM subsidieert de uitvoering van de pilots, TNO investeert in het onderzoek en Cedris stelt een kennisnetwerk van sociale werkbedrijven beschikbaar. Een aantal sociale werkbedrijven neemt deel in de klankbordgroep en heeft daarmee een adviserende rol. Terwijl de pilots nog lopen, verkennen SBCM, Cedris en TNO een verdere samenwerking. Bijvoorbeeld door kennis breder uit te wisselen en die te verdiepen of door een gezamenlijk kennisplatform te starten. Ook een vervolg op de pilots is mogelijk, waarbij de uitgeteste technieken ook bij andere bedrijven ingezet worden. Meer informatie We houden u op de hoogte over de pilots en de resultaten daarvan. Meer over het samenwerkingsproject en de pilot bij de Amfors Groep  leest u in een eerder nieuwsbericht. Via bijgaand  filmpje krijgt u inzicht in de bredere context van Smart Industry en in de opgave die er voor het bedrijfsleven ligt. Inclusie maakt hier deel van uit.

Lees meer

Ook pilot inclusie en technologie bij Senzer en Dorel succesvol

  • Operator Support System
  • Pilots
  • Senzer

Aan de pilot deden 12 werknemers mee, waarvan 7 SW-medewerkers en 5 personen met een indicatie banenafspraak. De meeste medewerkers hebben extra begeleiding nodig, voeren normaal een beperkt aantal taken uit en hebben een laag werktempo. Tijdens de pilot kregen deze medewerkers in hun werk ondersteuning van een Operator Support System (OSS). Dat systeem leidt de medewerkers met lichtbeeldaanwijzingen en een bewegingssensor door het assemblageproces en detecteert hun handelingen. Resultaten De meeste pilotdeelnemers waardeerden het werken met OSS positief. Uit de pilot blijkt dat 10 van de 12 deelnemers door de inzet van OSS (veel) beter inzetbaar zijn en bij 9 van de 12 deelnemers ondervangt het systeem hun belemmeringen. Een paar medewerkers voelden zich door het gebruik van de technologie echter onzekerder dan normaal. Ook het gebruik van tekst in de werkinstructies van de OSS was voor meerdere personen een vertragende factor. Dat betekent dat in de doorontwikkeling daar rekening mee moet worden gehouden. Senzer schaft zelf OSS aan Op basis van deze uitkomsten heeft Senzer samen met Dorel besloten zelf supportsystemen aan te schaffen voor de productielijn van Maxi Cosi. Paul Verbakel, directeur Werk & Participatie van Senzer: ‘De koppeling van OSS met de assemblagegereedschappen die wij gebruiken, bleek tijdens de pilot succesvol. Het leidde tot de kostprijsreductie die wij wilden bereiken. Bovendien hebben we met de inzet van OSS aantoonbaar de kwaliteit geborgd. Medewerkers zijn beter inzetbaar doordat zij met de technologische ondersteuning meer complex werk uit konden voeren. Een laatste, maar niet het minste winstpunt is, dat de meeste medewerkers meer werkplezier ervoeren door het gebruik van OSS.’ Kennisalliantie Inclusie en Technologie De pilot bij Senzer is de tweede onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Binnen deze alliantie onderzoeken Cedris en SBCM samen met TNO hoe nieuwe technologie zowel de werkgever kan helpen als medewerkers met een beperking. De kennis en kunde van KIT in combinatie met de operationele ervaring van pilotbedrijven leidt tot mooie kansen. Ook de eerste pilot,  bij Amfors , bleek succesvol. Inmiddels is er een derde pilot gestart,  bij UW in Utrecht. KIT ervaart groeiende interesse in deze pilots vanuit private en publieke partijen en bereidt nieuwe pilots voor.

Lees meer
Pilot inclusieve technologie

Samenwerking tussen mens en robot biedt nieuwe perspectieven

  • Augmented Reality
  • Robots

Robots zijn uitermate geschikt om taken van werknemers gedeeltelijk over te nemen of te verlichten. Vooral collaboratieve robots (cobots), waarbij mens en machine samenwerken, bieden tal van nieuwe mogelijkheden. Door herverdeling van taken is het werk efficiënter in te richten: mens en robot doen beide waar ze goed in zijn en vullen elkaar aan. Het gaat dan om fysieke en cognitieve taken waarmee mensen moeite hebben, in zowel productieomgevingen als bijvoorbeeld sociale werkbedrijven. De robot kan niet alles van de werknemer overnemen, maar wel taken die veel kracht vergen, precisiewerk of eentonig werk. Zo is in de taakverdeling tussen mens en robot veel winst te behalen. Samenwerking tussen mens en robot “Crux van het verhaal is dat we bij het ontwerpen van robots, andere nieuwe technologieën en werkprocessen veel meer rekening moeten houden met de capaciteiten en het gedrag van mensen”, vertelt onderzoeker prof. Michiel de Looze van TNO. “Dan hebben we het over een optimale samenwerking tussen mens en machine op de werkvloer. We hebben een operator support systeem ontwikkeld, waarbij medewerkers snel en foutloos producten kunnen assembleren. Een uitkomst voor de maakindustrie en mensen met verschillende opleidingsniveaus: van hoog opgeleid tot en met ongeschoold.” “Als TNO brengen we de capaciteiten van mensen en de technologische mogelijkheden bij elkaar. Werk dat voor bepaalde groepen nooit was weggelegd, maak je zo wel toegankelijk” Augmented reality toepassen bij assembleren Ruud Keulen, directeur Operations van Thomas Regout, bevestigt dat. Het bedrijf dat hoogwaardige telescoop geleidesystemen produceert, werkt met TNO en zo’n vijftien andere partners samen in het Europese project HORSE dat zich concentreert op de samenwerking tussen mens en robot voor het mkb in de industrie. Binnen dit EU-project richt TNO een Competence Centre in, waarbij bedrijven, eindgebruikers en universiteiten zijn betrokken. Thomas Regout heeft binnen dit project een rol als fieldlab. Er staan verschillende pilots op het programma, zoals het toepassen van augmented reality (AR) bij het assembleren van complexe gereedschappen. Geprojecteerde werkinstructies “Om goed te kunnen assembleren, heb je als medewerker jarenlange training en ervaring nodig. Met het support systeem van TNO hoeft dat niet meer”, vervolgt Keulen. “Je krijgt instructies op je werkplek geprojecteerd: pak die component uit dat bakje en bevestig het op die manier. Het systeem loodst je stap voor stap door het assemblageproces. Niet-getrainde werknemers kunnen zo direct aan de slag. We hebben het getest met TNO en toen bleek dat een totaal onervaren persoon net zo snel en foutloos werkt als iemand met jarenlange ervaring. We kunnen daardoor personeel veel flexibeler inzetten en onze opleidings- en productiekosten verlagen.” Werk toegankelijk maken “In ons onderzoek betrekken we dus niet alleen de fysieke robot, maar ook andere technologieën als AR”, vertelt TNO-onderzoeker Gu van Rhijn. “Het systeem waarover Ruud Keulen vertelt, helpt bedrijven snel, foutloos en flexibel verschillende producten te assembleren. Voor het mkb betekent het dat mensen flexibel kunnen worden ingezet die snel en foutloos werken. Maar het opent ook perspectieven voor mensen die weinig kans hebben op de arbeidsmarkt door beperkingen of een lage opleiding. Zij kunnen nu complexe taken uitvoeren waar anders geen sprake van kon zijn. Zo slaan we twee vliegen in één klap. Als TNO brengen we de capaciteiten van mensen en de technologische mogelijkheden bij elkaar. Werk dat voor bepaalde groepen nooit was weggelegd, maak je zo wel toegankelijk.” “Een totaal onervaren persoon bleek net zo snel en foutloos te werken als iemand met jarenlange ervaring. Daardoor kunnen we personeel flexibeler inzetten en onze opleidings- en productiekosten verlagen” Bekijk hieronder het filmpje van de pilot bij Amfors. Kwetsbare arbeidsmarktpositie Bruno Fermin van SCBM, het Kenniscentrum en A&O-fonds sociale werkgelegenheid, zoekt met TNO naar mogelijkheden om de inzetbaarheid van mensen met beperkingen te vergroten en daarbij gebruik te maken van technologische hulpmiddelen. “We zijn zeer geïnteresseerd in het operator support system en de demo-opstelling van TNO voor assemblage. Michiel de Looze heeft hier onlangs een presentatie over gegeven voor een aantal leden van Cedris, de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid. Zij zien hierin kansen om mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie aan regulier werk te helpen. We verkennen nu de mogelijkheden om met een paar sociale werkbedrijven pilots te doen om deze methodiek in de praktijk te beproeven. Zij en hun opdrachtgevers willen namelijk weten in welke gevallen het lonend is en organisatorisch inpasbaar. Het mooie van deze aanpak vind ik ook dat mensen die elke dag werkzaamheden verrichten als in- en ompakken nu complete taken kunnen uitvoeren. Zo worden alle partijen er beter van.” Vraagstukken over interactie mens en robot Robots, cobots, AR: het is nog maar een kleine greep uit de veelheid aan technologieën die TNO onderzoekt om nieuwe mogelijkheden te verkennen om het werk efficiënter te maken en tegelijkertijd mensen in en aan het werk te helpen. Michiel de Looze: “We richten ons op allerlei vraagstukken rond de interactie tussen mens en robot. Denk aan het op afstand aansturen door de mens van robots die zwaar, gevaarlijk of complex werk overnemen. We ontwikkelen exoskeletten die mensen ondersteunen bij fysiek zwaar werk. In het open innovatiecentrum i-Botics werken we met de Universiteit Twente aan deze en andere gerobotiseerde toepassingen. We beproeven nieuwe technologische combinaties mens-robot in het lab, maar ondersteunen ook concreet bedrijven die hiermee aan de slag willen gaan.”

Lees meer