ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Cobots bij UW Utrecht

UW Utrecht is het sociale werkbedrijf van Utrecht. Al een aantal jaren produceert UW stalen frames voor zonnepanelen voor het bedrijf Sunbeam. Met name het repeterende karakter van de werkzaamheden maakt het werk zwaar. Dat was dan ook de aanleiding voor UW om te onderzoeken of technologische hulpmiddelen de medewerkers kunnen ondersteunen. Aan de start van de pilot heeft TNO gekeken wat de knelpunten zijn in het productieproces. Dit leidde tot enkele verbetervoorstellen.

Op basis van de analyse en voorstellen van TNO voegde UW Utrecht een rollerbaan en een verstelbare tafel toe aan een productielijn. Deze opzet komt de ergonomie van de medewerkers ten goede. Toch bood de nieuwe opstelling nog niet de gewenste oplossing. Een belangrijke reden daarvoor is dat medewerkers meer moeten samenwerken dan dat ze gewend zijn.

 

Afbeelding: robotarm

Analyse knelpunten

Hoewel technologie de oplossing kan vormen voor een probleem, is dat niet het vertrekpunt voor de Kennisalliantie Inclusie en Technologie. Alliantiepartner TNO startte met observaties en het in kaart brengen van het werkproces en de ervaren knelpunten. Op basis van deze analyse bleek dat met onder andere ergonomische aanpassingen aan de werkplekken en het rouleren van medewerkers al een flinke vermindering van de werkbelasting is te realiseren. Het knelpunt van de complexe handeling met de popnagels bleef echter een probleem. In de zoektocht naar oplossingen heeft UW informatie en offertes ontvangen voor verschillende typen cobots. Dat gaf inzicht in mogelijkheden en kosten.

Te duur

De kosten om de cobot volledig in te passen in het werkproces bleken hoog: een investering betekende een terugverdientijd van 6 jaar. Omdat UW geen zekerheid heeft dat zij over die periode deze opdracht kan uitvoeren, was dit niet verantwoord.

Resultaat

Hoewel de cobot voor UW geen rendabele investering bleek, heeft dit traject wel geleid tot ergonomische aanpassingen en zijn ook de werkomstandigheden sterk verbeterd. Een andere interessante uitkomst is dat de groep betrokken medewerkers zelf veel meer is gaan nadenken over verbetermogelijkheden, en actief de kansen van nieuwe technologie gaan verkennen. UW is daarnaast aan het kijken of ze met een modenere popnagelgereedschap een deel van de overige ervaren knelpunten kunnen verlichten of wegnemen.

Meer informatie

Neem contact met ons op.

Gerelateerde artikelen

‘Niet investeren in nieuwe technologie is geen optie’

  • Pilots
  • TNO

UW, het sociale werkbedrijf van Utrecht, draait ook een pilot onder de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Al een aantal jaren produceert UW Utrecht stalen frames voor zonnepalen voor het bedrijf Sunbeam. ‘Dat is niet per se fysiek zwaar werk’, vertelt Arjan, ‘maar vooral het repeterende karakter van het werk maakt het zwaar’. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van UW het werk voor Sunbeam ook in de toekomst kunnen blijven doen en om hen uitdagend werk te blijven bieden, wilde Arjan graag kijken naar innovatieve oplossingen. Dat is dan ook de reden dat hij een pilot indiende bij de kennisalliantie. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’ ‘Eerst heeft TNO gekeken naar ons productieproces’, vertelt Arjan over de start van de pilot, ‘Zij keken naar wat het werk inhoudt en wat de knelpunten zijn. Ook hebben ze interviews gehouden met de medewerkers om te horen hoe zij het productieproces beleven en wat voor hun de knelpunten zijn. Daar zijn een aantal voorstellen uit voortgekomen.’ Deze voorstellen presenteerde TNO aan de medewerkers. Op die manier zijn zij meegenomen in het traject en voorbereid op de komende veranderingen. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’, vertelt Arjan, ‘We zien wel dat de medewerkers inmiddels iets opener staan tegenover de aanpassingen. In het afdelingsoverleg herhalen we regelmatig waar we mee bezig zijn. De medewerkers vragen naar de stand van zaken en geven het een kans.’ Afbeelding: werknemer UW Utrecht aan het werk Aangepaste productielijn Op basis van de analyse en voorstellen van TNO voegde UW Utrecht een rollerbaan en een verstelbare tafel toe aan een productielijn. Deze opstelling bood niet de gewenste oplossing. ‘Waar we tegenaan lopen met deze testopstelling is dat mensen veel meer met elkaar moeten samenwerken dan dat ze gewend zijn. De medewerkers vinden het bijvoorbeeld lastig om te zien dat ze moeten bijspringen bij de ander als hun eigen werktempo hoger ligt.’ Arjan ziet dat de medewerkers het best tot hun recht komen als ze redelijk solistisch en op een eigen tempo hun werk kunnen doen. Brede inzetbaarheid als belangrijk aandachtspunt In de tweede fase van de pilot gaat UW onderzoeken of de inzet van cobots (collaboratieve robots)een passende oplossing biedt. Daarvoor is Arjan met verschillende technologiebedrijven in gesprek gegaan: ‘Ik ging op zoek naar een bedrijf dat kon meedenken over hoe mijn productielijn eruit moet komen te zien, zodanig dat onze medewerkers goed kunnen samenwerken met die cobot.’ Het heeft Arjan interessante inzichten opgeleverd over waarin leveranciers van cobots zich van elkaar onderscheiden, zowel qua hardware als qua software. Arjan noemt ook brede inzetbaarheid als een belangrijk aandachtspunt, ‘Je kan redelijk eenvoudig een automatiseringsbedrijf inhuren en je bedrijf automatiseren, maar dan heb je een machine die specifiek voor dit product is gemaakt en je hebt je mensen niet meer aan het werk. Dan schiet je je doel voorbij. Ik wil technologie onderzoeken en invoeren die breed inzetbaar is op verschillende soorten werk en liefst ook bij andere bedrijven die met mensen met een beperking werken.’ Innovatie verkleint de stap naar regulier werk Arjan vindt het sowieso belangrijk om te investeren in nieuwe technologie: ‘Als je dat niet doet, dan ben je ook niet interessant voor de markt. Daarnaast is het belangrijk om zo de stap naar regulier werk te verkleinen. Als je medewerkers bekend zijn met een breed scala aan werksoorten, zoals achter de freesbank staan, montagewerkzaamheden, lassen en met computers en robots werken, dan wordt de stap naar een regulier bedrijf ook veel gemakkelijker.’ Afbeelding: robotarm UW Utrecht is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.

Lees meer

Winnaars Challenge Technologie voor Inclusie bekend

  • Challenge Technologie voor Inclusie
  • Pilots

Zeven aanvragen zijn geselecteerd voor een subsidie van UWV. De prijswinnaars gaan deze maand van start met hun pilots. CTI heeft in totaal 24 aanvragen ontvangen. Een vakkundige jury beoordeelde de aanvragen. Van de 24 aanvragen zijn er 7 geselecteerd als prijswinnaar. Zij ontvangen subsidie van UWV om hun pilots uit te voeren. De prijswinnaars gaan nog deze maand van start en zullen naar verwachting eind december 2019 worden afgerond. Met de pilots wil CTI de impact onderzoeken van nieuwe technologie op de toegankelijkheid van werk, de kwaliteit van werk en de economische haalbaarheid. Ook onderzoeken ze welke barrières een verdere opschaling in de weg staan. De gehonoreerde aanvragen Maakt werk zichtbaar Maak BV richt twee werkplekken in om mensen met een visuele beperking een lichtharnas (een veiligheidsvest met ledlampjes) in elkaar te laten zetten. De ene werkplek wordt voorzien van een eSight bril die zaken uitvergroot. De andere werkplek wordt ingericht met een Orcam (voorlees)bril waarbij geschreven instructie omgezet wordt in tekst. Een human interface mate (Him) houdt toezicht op de juiste uitvoering van de taken en begeleidt de medewerkers tijdens de productie. Dit is een toestel met een infraroodscanner die analyseert wat er gebeurd en die in staat is alarm te slaan wanneer er een fout wordt gemaakt. Cobot en exoskelet Werkzaak Rivierenland gaat bij vier werkgevers een exoskelet inzetten om werknemers die fysiek zwaar werk doen te ontlasten. Bij Werkzaak Rivierenland zelf gaan ze een cobot inzetten voor het organiseren van pallets. De cobots richten zich ook op het fysiek ontlasten van de medewerkers. Speaksee spraakherkenning De Nationale politie en Ctalents, die werknemers detacheert bij ABN AMRO, Rabobank en PwC, gaan het systeem Speaksee testen. Dit is een systeem van microfoons dat spraak binnen 1 seconde automatisch omzet naar tekst door middel van spraakherkenning. Het helpt doven en slechthorenden in hun communicatie. De gebruiker kan op zijn smartphone, tablet of laptop lezen wat er door welke persoon (kleurherkenning) wordt gezegd. 11 werknemers gaan in de pilot met Speaksee aan de slag. Magazijnbeheer met een slimme bril Metafors gaat aan de slag met een slimme bril voor magazijnbeheer. Een projectie in de bril geeft medewerkers instructies over het afhandelen van orders en voorraadbeheer. Communiceren met beelden WerkSaam Westfriesland gaat testen of de Ebb-app toegepaste waarde heeft op de werkvloer. Deze app bevat een verzameling van beelden die medewerkers met een licht verstandelijke beperking kunnen helpen om te praten over wat zij belangrijk vinden. De Ebb-app is ontwikkeld voor mensen die baat hebben bij ondersteuning van de dialoog met beeldmateriaal. Groen gedragen WVS-groep probeert werk in de groenvoorziening, dat fysiek zwaar is en veel concentratie kost, toegankelijker te maken door de inzet van elektrisch gereedschap in combinatie met omgevingssensoren. De omgevingssensoren geven signalen om de kwaliteit van het werk te bewaken. Goed omgaan met je energiebalans Onbeperkt aan de Slag gaat bestaande applicaties en apps testen die werknemers met een beperking helpen om hun energiebalans te monitoren en te behouden. In de pilot wordt een dashboard ontwikkeld die de applicaties en apps met elkaar verbindt. Samen vormen ze dan een energiemanagementsysteem. Doel is om werknemers inzicht te geven in hoe zij hun energie beter kunnen verdelen en zo uitval te voorkomen. Kijk voor meer informatie over de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) op www.technologievoorinclusie.nl.

Lees meer
Challenge Technologie voor Inclusie

Tweede pilot met technologie start bij Senzer. Welke bedrijven volgen?

  • Pilots
  • TNO

Bij de montage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto krijgen medewerkers ondersteuning van een operator support system (OSS). Eerder startte een vergelijkbare pilot bij de Amfors Groep. Samen met TNO willen SBCM en Cedris hierna nog een drietal andere pilots starten. Hebt u hiervoor interesse? Dien dan een aanvraag in. Kan technologie de inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vergroten en tegelijkertijd het productieproces optimaliseren? Het doel van de pilot bij Senzer is antwoord te krijgen op deze vraag. Via Senzer werken ongeveer 600 medewerkers vanuit de SW en Participatiewet bij zakenpartner Dorel aan de voor- en eindmontage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto (Maxi Cosi). Deze medewerkers krijgen de komende tijd bij hun werk ondersteuning van een operator support system (OSS). Via het systeem zien ze geprojecteerde werkinstructies die hen stap voor stap door hun taken leiden en hen wijzen op eventuele fouten. Productieproces optimaliseren De vraag is of het OSS medewerkers kan helpen een hoogwaardig product te blijven leveren, terwijl tegelijkertijd het productieproces efficiënter wordt. Als medewerkers door het OSS bijvoorbeeld meer verschillende taken kunnen uitvoeren dan ze nu doen, kan het bedrijf een aantal werkplekken samenvoegen. En als het aantal fouten in de productie afneemt, zijn er minder controlepunten nodig. Hierdoor zou de kostprijs van het product lager kunnen worden. Tweede pilot in project SBCM, Cedris en TNO De proef bij Dorel/Senzer is de tweede pilot in een onderzoek van SBCM, Cedris en TNO naar de meerwaarde van innovatieve techniek voor bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf of sociaal ondernemer, de klant, de werknemer en de gemeente. Eind 2017 kende SBCM de eerste subsidie toe aan de Amfors Groep. Dit bedrijf  maakt in de pilot ook gebruik van de techniek van OSS. De vraag daar is of het OSS de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers kan vergroten. In volgende pilots willen de partijen experimenteren met andere technologieën en andere werksoorten. Nog ruimte voor drie andere pilotbedrijven Naar verwachting zijn er vijf pilots nodig om de meerwaarde van techniek voor de sociale werkgelegenheid voldoende te kunnen onderzoeken. SBCM stelt daarom subsidie beschikbaar voor nog een drietal pilots. Sociale werkbedrijven, sociale ondernemingen en inclusieve werkgevers die meedoen aan een pilot kunnen de kosten voor de uitvoering voor maximaal 50 procent vergoed krijgen vanuit het samenwerkingsproject, met een maximumbedrag van € 25.000,-. Hebt u belangstelling om aan de pilot mee te doen? Bekijk de voorwaarden en vul het aanvraagformulier in. (PDF-formulier  (246 KB) of  WORD-formulier  (346 KB)) Verdere samenwerking met TNO onderzocht In het onderzoek werken SBCM en Cedris samen met TNO. SBCM subsidieert de uitvoering van de pilots, TNO investeert in het onderzoek en Cedris stelt een kennisnetwerk van sociale werkbedrijven beschikbaar. Een aantal sociale werkbedrijven neemt deel in de klankbordgroep en heeft daarmee een adviserende rol. Terwijl de pilots nog lopen, verkennen SBCM, Cedris en TNO een verdere samenwerking. Bijvoorbeeld door kennis breder uit te wisselen en die te verdiepen of door een gezamenlijk kennisplatform te starten. Ook een vervolg op de pilots is mogelijk, waarbij de uitgeteste technieken ook bij andere bedrijven ingezet worden. Meer informatie We houden u op de hoogte over de pilots en de resultaten daarvan. Meer over het samenwerkingsproject en de pilot bij de Amfors Groep  leest u in een eerder nieuwsbericht. Via bijgaand  filmpje krijgt u inzicht in de bredere context van Smart Industry en in de opgave die er voor het bedrijfsleven ligt. Inclusie maakt hier deel van uit.

Lees meer

Ook pilot inclusie en technologie bij Senzer en Dorel succesvol

  • Operator Support System
  • Pilots
  • Senzer

Aan de pilot deden 12 werknemers mee, waarvan 7 SW-medewerkers en 5 personen met een indicatie banenafspraak. De meeste medewerkers hebben extra begeleiding nodig, voeren normaal een beperkt aantal taken uit en hebben een laag werktempo. Tijdens de pilot kregen deze medewerkers in hun werk ondersteuning van een Operator Support System (OSS). Dat systeem leidt de medewerkers met lichtbeeldaanwijzingen en een bewegingssensor door het assemblageproces en detecteert hun handelingen. Resultaten De meeste pilotdeelnemers waardeerden het werken met OSS positief. Uit de pilot blijkt dat 10 van de 12 deelnemers door de inzet van OSS (veel) beter inzetbaar zijn en bij 9 van de 12 deelnemers ondervangt het systeem hun belemmeringen. Een paar medewerkers voelden zich door het gebruik van de technologie echter onzekerder dan normaal. Ook het gebruik van tekst in de werkinstructies van de OSS was voor meerdere personen een vertragende factor. Dat betekent dat in de doorontwikkeling daar rekening mee moet worden gehouden. Senzer schaft zelf OSS aan Op basis van deze uitkomsten heeft Senzer samen met Dorel besloten zelf supportsystemen aan te schaffen voor de productielijn van Maxi Cosi. Paul Verbakel, directeur Werk & Participatie van Senzer: ‘De koppeling van OSS met de assemblagegereedschappen die wij gebruiken, bleek tijdens de pilot succesvol. Het leidde tot de kostprijsreductie die wij wilden bereiken. Bovendien hebben we met de inzet van OSS aantoonbaar de kwaliteit geborgd. Medewerkers zijn beter inzetbaar doordat zij met de technologische ondersteuning meer complex werk uit konden voeren. Een laatste, maar niet het minste winstpunt is, dat de meeste medewerkers meer werkplezier ervoeren door het gebruik van OSS.’ Kennisalliantie Inclusie en Technologie De pilot bij Senzer is de tweede onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Binnen deze alliantie onderzoeken Cedris en SBCM samen met TNO hoe nieuwe technologie zowel de werkgever kan helpen als medewerkers met een beperking. De kennis en kunde van KIT in combinatie met de operationele ervaring van pilotbedrijven leidt tot mooie kansen. Ook de eerste pilot,  bij Amfors , bleek succesvol. Inmiddels is er een derde pilot gestart,  bij UW in Utrecht. KIT ervaart groeiende interesse in deze pilots vanuit private en publieke partijen en bereidt nieuwe pilots voor.

Lees meer
Pilot inclusieve technologie