ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Samenwerken met een collaboratieve robot

Een collaboratieve robot noemen we ook wel een cobot. Deze fysieke robot kan samenwerken naast en met mensen op de werkvloer.

  • Cobots
Samenwerken met een collaboratieve robot

Een cobot kan veel voordelen bieden voor mensen met een (lichamelijke) beperking. Met de ondersteuning van een cobot kunnen zij hun werkzaamheden namelijk uitvoeren net als alle andere werknemers zonder beperking. Dit biedt perspectief op de arbeidsmarkt.

Cobots voor repeterend werk

Met name bij repeterend werk is een cobot een waardevolle toepassing, zeker wanneer werk moet worden uitgevoerd met zware producten. De fysieke belasting voor een medewerker is namelijk al snel (te) groot. De collaboratieve robot verwerkt probleemloos herhaaldelijk producten met een gewicht tussen de 10 en 20 kg.
Ook wanneer een terugkerende handeling heel precies moet worden uitgevoerd, zijn cobots uitermate geschikt. De belasting van werknemers neemt af en zijn daardoor duurzaam inzetbaar. Indien nodig, kan de cobot zelfs een deel van de zwaardere werkzaamheden overnemen van een werknemer met een lichamelijke beperking.

Veilig werken met een cobot

Een cobot ondersteunt mensen op een veilige manier in hun werkproces. In tegenstelling tot de volledige automatische werkende (industriële) robots. Cobots bestaan meestal uit een robotarm met daaraan een gereedschap, een grijper, of een zuignap. Cobots zijn meestal uitgerust met een camera voor het herkennen van locaties en objecten met beeldanalyse Cobots hebben ingebouwde veiligheidsmaatregelen omdat zij direct naast mensen kunnen worden ingezet. Dit betekent bijvoorbeeld dat er een veiligheidsstop op zit. Ook is de cobot uitgerust met een groot aantal sensoren. Hierdoor stopt de robot tijdig met bewegen en kan een medewerker zelf met de hand de robotarm tegenhouden.

De cobots biedt kansen, maar er zijn natuurlijk ook valkuilen bij de inzet van cobots. Hierover meer in TINK open café webinar.
Op dinsdag 5 oktober van 15.00 – 16.30 uur gaat TINK open café over samenwerken met cobots; de kansen en de valkuilen. Gastsprekers Peter van Olm, directeur van Olmia Robotics en Ellen Wilschut onderzoeker Human Factors bij TNO.

Meer weten over Cobots? Meld je aan voor TINK open café!

gerelateerde artikelen

Als je niet bereid bent om te falen, ben je niet bereid om te innoveren

  • Cobots
  • Inclusief groep
  • Sociale innovatie

De titel is een quote van Elon Musk, de CEO van Tesla en oprichter van SpaceX. Innoveren is lef tonen en risico’s nemen. Of zoals Gert-Jan Gerrits, directeur bij Inclusief Groep, zegt: ‘Innoveren is… soms verder zoeken naar andere mogelijkheden.’ Een terugblik op TINK Cedris.

Lees meer
Twee cobots

Cobots zorgen voor kansen medewerkers Inclusief Groep

  • Cobots
  • Inclusief groep

Inclusief Groep is het werk- en leerbedrijf op de Noord-Veluwe en is werkgever van zo’n 1.100 mensen. Binnen Inclusief Groep zijn ze druk met innoveren. KIT ging in gesprek met Gert-Jan Gerrits, directeur en Theresa den Hartog, unitmanager over innovatie en cobots. En met Sil, doelgroepmedewerker Inclusief Groep, die werkt met de cobot.

Lees meer
Sil bij de doelgroep

Leiden cobots en augmented reality tot meer en beter werk?

  • Augmented Reality
  • Cobot
  • Cobots

Vooral mensen met een fysieke, cognitieve of andere beperking hebben baat bij ondersteuning door mensgerichte technologie. Dat blijkt onder meer uit een praktijkproef met zogeheten inclusieve technologie die TNO hield bij Amfors, het sociaal werkbedrijf in de regio Amersfoort. “Bij Amfors vinden wij het belangrijk om in te zetten op inclusieve technologie. Het vergroot de mogelijkheden van onze medewerkers om zelfstandiger te werken en meer complex werk op te pakken. Bovendien geeft het hen meer plezier in het werk en participeert men zo volwaardig in de samenleving”, zegt Amfors-directeur Ronald de Koning enthousiast. Moeilijke taken makkelijk maken Er zijn veel vacatures in de maakindustrie en tegelijkertijd staan er mensen zonder werk aan de kant. Inclusieve technologie maakt moeilijke taken makkelijk en kan beide problemen helpen oplossen. Zo kunnen ook lager geschoolde medewerkers eenvoudig vaardigheden leren en optimaal presteren. TNO doet al jaren onderzoek naar de inzet van inclusieve technologie om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan zinvol werk te helpen en werkenden duurzaam inzetbaar te houden, kortom te includeren in het arbeidsproces. Fysieke of collaboratieve robots (cobots) nemen gedeeltelijk taken over waar mensen met een beperking moeite mee hebben zoals zwaar, gevaarlijk, precies of eentonig werk. Daarnaast maakt augmented reality (AR) het mogelijk instructies op de werkplek te projecteren, waardoor medewerkers zonder voorafgaande training taken kunnen verrichten die ze anders onmogelijk aan zouden kunnen. “Eén tot twee uur werken met het Operator Support Systeem deed de zelfwaarde van de medewerkers zichtbaar groeien” Technologie geen bedreiging, maar een kans “Samenwerking tussen mens en machine staat momenteel volop in de belangstelling, omdat mensen met een beperking daardoor werk kunnen doen dat anders voor hen onbereikbaar was. Dat geldt zowel voor sociale werkbedrijven als het reguliere bedrijfsleven. In deze krappe arbeidsmarkt kan het voor ondernemers aantrekkelijk zijn mensen in dienst nemen die ze anders nooit hadden aangenomen. Zo is technologie geen bedreiging, maar biedt deze juist tal van nieuwe mogelijkheden op werkgebied”, zegt TNO-onderzoeker Gu van Rhijn. De mogelijkheden van inclusieve technologie In het onderzoek naar deze ontwikkelingen werkt TNO nauw samen met gerenommeerde instituten als het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC), VU Athena en Technopolis. Om in de praktijk naar de mogelijkheden voor mensen uit kwetsbare arbeidspositie te kijken, werkt TNO – in de Kennisalliantie Inclusie & Technologie (KIT) – samen met kenniscentrum en A&O-fonds sociale werkgelegenheid SBCM en met Cedris, de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid. Dat opent de weg naar de sociale werkbedrijven en sociale ondernemingen in ons land om daar met proeven aan te tonen dat technologieën hier vruchten afwerpen. Via KIT worden de resultaten van alle projecten publiek beschikbaar gesteld. “Inclusieve technologie vergroot de mogelijkheden van onze medewerkers om zelfstandiger te werken en meer complex werk op te pakken” Zonder ervaring direct aan de slag Dat bleek bijvoorbeeld bij Amfors waar 1.150 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken in onder meer het groen, metaal, productie en schoonmaak. De proef is gehouden bij medewerkers die armaturen voor led-straatverlichting assembleren. Afhankelijk van de activiteit en het niveau van de medewerker duurt het leren van de benodigde vaardigheden normaal gesproken weken. TNO heeft in deze pilot bij Amfors een Operator Support Systeem  (OSS) ingezet dat de werkinstructies stap voor stap op het werkblad of op het product projecteert. Medewerkers zien steeds welke handeling ze op dat moment moeten verrichten, waardoor mensen zonder enige ervaring direct aan de slag kunnen. Veelbelovende resultaten De resultaten van de proef zijn veelbelovend: een grote meerderheid is positief over het OSS. Ze vinden de projecties prettiger dan mondelinge uitleg en kunnen hun aandacht veel beter bij het werk houden. Verder geven verreweg de meesten aan hierdoor moeilijker werk aan te kunnen dan voorheen. Uit tijdmetingen bleek dat na het assembleren van drie producten de cyclustijd al met 30 procent is gedaald en daarmee het niveau is bereikt van ervaren medewerkers. Volgens een begeleider van de groep deed één tot twee uur werken met het systeem de zelfwaarde van de medewerkers zichtbaar groeien. Snel en foutloos werken geeft mensen zelfvertrouwen en plezier in het werk. Opleidings- en productiekosten dalen Het Operator Support Systeem is ook ingezet en getest met en bij diverse hightech bedrijven zoals Thomas Regout, Omron, Bronkhorst, Variass en Vekon in de assemblage van complexe en steeds variërende productvarianten. Ook hier bewijst het systeem zijn meerwaarde. Onervaren personen werken dankzij het OSS net zo snel en foutloos als iemand met ervaring. Personeel is veel flexibeler in te zetten en de opleidings- en productiekosten gaan omlaag. “Uit tijdmetingen bleek dat na het assembleren van drie producten de cyclustijd met 30 procent is gedaald en daarmee het niveau is bereikt van ervaren medewerkers” Interesse bedrijfsleven voor praktijkproeven “We zien dan ook dat verschillende sectoren in het bedrijfsleven, vooral de maakindustrie, interesse tonen voor ons onderzoek en de praktijkproeven”, zegt Harry de Boer van TNO Gezond Leven. “Door technologieën als cobots, exoskeletten, augmented en virtual reality vergroten we de kansen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en worden zij interessanter voor werkgevers. We laten nu zien dat het voor beide partijen profijtelijk is. Het inzetten van bijvoorbeeld een OSS verlaagt de drempel voor ondernemers om mensen met beperkingen in hun organisatie te laten werken.” Op hoger niveau inzetbaar De komende tijd staan meer praktijkproeven op het programma. Na de eerste goede resultaten is er meer inzicht nodig om inclusieve technologie verder op te schalen. TNO wil de technologie verfijnen door deze nog beter te laten aansluiten op zowel beperkingen en vaardigheden van mensen als op verschillende processen in bedrijven. Daarnaast is er meer inzicht nodig in langetermijneffecten van deze technologieën op productiviteit, leertijd, inzetbaarheid en ontwikkeling van mensen. “We beginnen niet bij de techniek, maar bij het proces en de mens”, zegt Van Rhijn. “Om welke beperkingen en competenties van mensen gaat het, welk productieproces, welke taken en handelingen. Door dat goed in kaart te brengen kun je systemen op maat bouwen en ze individueel afstemmen. Zo worden mensen meer, breder en op hoger niveau inzetbaar.”

Lees meer

Derde pilot Kennisalliantie Inclusie en Technologie van start bij UW Utrecht

  • Cobots
  • Pilots
  • UW Utrecht

UW gaat testen of inzet van de cobot de productie kan verhogen en het werk minder zwaar kan maken voor medewerkers. Daarmee start de derde pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT), een initiatief van TNO, Cedris en SBCM. Het doel van KIT is de meerwaarde van innovatieve techniek voor sociale werkgelegenheid te onderzoeken. Het vraagstuk van UW UW Metaal produceert in opdracht van Sunbeam uit Zeist al jaren metalen frames voor het monteren van zonnepanelen op platte daken. De medewerkers bij Metaal bestaan voor het grootste deel uit SW-medewerkers en Wajong’ers. Zij ervaren het werk als fysiek zwaar door het repeterende karakter ervan. Dit is voor de ouder wordende SW-medewerkers in toenemende mate een probleem. Daarnaast is het werk door de zwaarte en de complexiteit in het algemeen minder geschikt voor mensen met fysieke beperkingen. Draagt de inzet van een colloborative robot bij aan de oplossing? Door de energietransitie neemt de vraag naar zonnepanelen toe. UW zou de productie daarom willen opvoeren, zonder dat de begeleidingstijd voor medewerkers oploopt of dat de kwaliteit van het product afneemt. Een flexibele robot (cobot) kan daar mogelijk voor zorgen. UW zet tijdens de pilot de cobot in voor de taken die medewerkers vanwege  het repeterende karakter als fysiek zwaar ervaren en voor complexe handelingen. TNO onderzoekt vervolgens wat de kosten en baten zijn van de inzet van deze cobot. Wat zijn de effecten op de inzetbaarheid en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers? Wordt het werk op deze manier toegankelijker voor een bredere doelgroep? En kan de productie omhoog door de inzet van de cobot? Derde pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie In een serie van vijf pilots onderzoeken en stimuleren SBCM en Cedris samen met TNO de mogelijkheden van de inzet van technologie voor de sociale werkgelegenheid. Hiervoor zijn de drie partijen samen een Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) aangegaan. In die kennisalliantie wordt de expertise van TNO gekoppeld aan het netwerk van Cedris en de kennis van SBCM op het gebied van passend werk en de ontwikkeling van medewerkers. De pilot bij UW is de derde in de reeks. Eerder startten al een pilot  bij Amfors en  bij Senzer. De resultaten van de pilot bij Amfors worden binnenkort bekend. Meer informatie Wilt u weten hoe de eerdere pilots eruitzien? Bekijk dan de filmpjes over de pilots  bij Amfors en  bij Senzer.

Lees meer