ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Hoe meet je zelfeffectiviteit bij mensen met een cognitieve beperking?

Mensen met een cognitieve beperking kunnen een minder ontwikkeld taal- en conceptueel denkvermogen hebben. Dit maakt vragenlijstenonderzoek bij deze doelgroep vaak uitdagend. TNO ontwikkelde samen met Games for Health een toegankelijk meetinstrument dat goed aansluit bij deze mensen én veranderingen door de tijd heen kan meten.  Zoals bij de inzet van inclusieve technologie in het werk. Sociaal bestek besteedde hier aandacht aan.

  • Inclusieve technologie
  • Meetinstrument
  • TNO
Hoe meet je zelfeffectiviteit bij mensen met een cognitieve beperking?

Meetinstrument

Dit meetinstrument meet de verandering in zelfeffectiviteit onder medewerkers. Zelfeffectiviteit is het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar situatie. Zelfeffectiviteit is een belangrijke voorspeller van motivatie en betreft het geloof dat iemand heeft in zijn of haar eigen kunnen om bepaalde acties succesvol uit te voeren.

Zelfstandiger door inzet van inclusieve technologie

De inzet van technologie ter ondersteuning van in dit geval cognitieve belemmeringen kan het werk toegankelijker maken voor mensen met een arbeidsbeperking, de zogenoemde inclusieve technologie. Technologie kan mensen bijvoorbeeld ondersteunen bij taken die cognitieve vaardigheden vereisen (geheugen, concentratie), door specifieke en stapsgewijze instructies en feedback te geven. Hierbij valt te denken aan de inzet van tablets, slimme brillen of Augmented Reality.
Het is zeer aannemelijk dat de zelfeffectiviteit groter wordt door de inzet van inclusieve technologie waarmee iemand zelfstandiger en/of complexer werk kan doen. Hier is echter nog weinig onderzoek naar gedaan. Het meetinstrument dat door TNO is ontwikkeld is bruikbaar voor werknemers met fysieke, cognitieve en psychosociale beperkingen.

WhatsApp dialoog

Het meetinstrument stelt middels webgebaseerde chatbot-technologie op een speelse manier vragen via een tablet op de werkplek. De vragenlijst lijkt op een WhatsApp dialoog van vraag en antwoord. De meting wordt geïntroduceerd met enkele videoboodschappen door een proefleider over het doel, privacy en de vragen. Wekelijks worden er twaalf meerkeuzevragen (stellingen) en één open vraag gesteld over zelfeffectiviteit. De vragen zijn begrijpelijk en sluiten aan bij de werkcontext,

Meer informatie

Lees meer over de ontwerpmethodiek, analyse van de doelgroep, chat-bot, frequentie meetinstrument, evaluatie en de conclusies over het meetinstrument.
Klik hier voor het volledige artikel Hoe meet je zelfeffectiviteit bij mensen met een cognitieve beperking in het Sociaal bestek.

 

gerelateerde artikelen

Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie

  • Inclusieve technologie
  • TNO
  • Whitepaper

Vorige week donderdag verscheen de whitepaper ‘Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie?’ van TNO. Er wordt onderscheid gemaakt op basis van vijf categorieën. Kennis en innovatie van doorslaggevend belang Werk is heel belangrijk voor mensen. Het biedt bestaanszekerheid, uitdaging en zingeving. Maar het is lang niet voor iedereen weggelegd om aan het werk te komen of aan het werk te blijven, zelfs niet in tijden van economische voorspoed. Om arbeidsparticipatie en duurzame inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te verbeteren zijn kennis en innovatie van doorslaggevend belang. Innovatieve technologie kan hieraan bijdragen. De technologie is er vaak al, maar toepassingen zijn niet of nauwelijks afgestemd op de specifieke behoeften van bepaalde doelgroepen. Juist die afstemming is cruciaal, wil technologie meer kwetsbare mensen aan het werk helpen én houden. Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie? Technologie biedt mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen over het gehele spectrum, van het zoeken naar werk tot duurzaam aan het werk blijven. De centrale vraag in de whitepaper is dan ook: Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie voor kwetsbare groepen die aan het werk willen of die hun werk moeten zien te behouden? Het beantwoorden van deze vraag begint niet bij technologie, maar bij de werkzoekenden en werkenden die het lastig hebben. De publicatie bespreekt in hoofdlijnen de drempels die mensen ervaren en de vormen van zogenaamde inclusieve technologie die daarbij zouden kunnen helpen.

Lees meer

‘Niet investeren in nieuwe technologie is geen optie’

  • Pilots
  • TNO

UW, het sociale werkbedrijf van Utrecht, draait ook een pilot onder de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Al een aantal jaren produceert UW Utrecht stalen frames voor zonnepalen voor het bedrijf Sunbeam. ‘Dat is niet per se fysiek zwaar werk’, vertelt Arjan, ‘maar vooral het repeterende karakter van het werk maakt het zwaar’. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van UW het werk voor Sunbeam ook in de toekomst kunnen blijven doen en om hen uitdagend werk te blijven bieden, wilde Arjan graag kijken naar innovatieve oplossingen. Dat is dan ook de reden dat hij een pilot indiende bij de kennisalliantie. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’ ‘Eerst heeft TNO gekeken naar ons productieproces’, vertelt Arjan over de start van de pilot, ‘Zij keken naar wat het werk inhoudt en wat de knelpunten zijn. Ook hebben ze interviews gehouden met de medewerkers om te horen hoe zij het productieproces beleven en wat voor hun de knelpunten zijn. Daar zijn een aantal voorstellen uit voortgekomen.’ Deze voorstellen presenteerde TNO aan de medewerkers. Op die manier zijn zij meegenomen in het traject en voorbereid op de komende veranderingen. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’, vertelt Arjan, ‘We zien wel dat de medewerkers inmiddels iets opener staan tegenover de aanpassingen. In het afdelingsoverleg herhalen we regelmatig waar we mee bezig zijn. De medewerkers vragen naar de stand van zaken en geven het een kans.’ Afbeelding: werknemer UW Utrecht aan het werk Aangepaste productielijn Op basis van de analyse en voorstellen van TNO voegde UW Utrecht een rollerbaan en een verstelbare tafel toe aan een productielijn. Deze opstelling bood niet de gewenste oplossing. ‘Waar we tegenaan lopen met deze testopstelling is dat mensen veel meer met elkaar moeten samenwerken dan dat ze gewend zijn. De medewerkers vinden het bijvoorbeeld lastig om te zien dat ze moeten bijspringen bij de ander als hun eigen werktempo hoger ligt.’ Arjan ziet dat de medewerkers het best tot hun recht komen als ze redelijk solistisch en op een eigen tempo hun werk kunnen doen. Brede inzetbaarheid als belangrijk aandachtspunt In de tweede fase van de pilot gaat UW onderzoeken of de inzet van cobots (collaboratieve robots)een passende oplossing biedt. Daarvoor is Arjan met verschillende technologiebedrijven in gesprek gegaan: ‘Ik ging op zoek naar een bedrijf dat kon meedenken over hoe mijn productielijn eruit moet komen te zien, zodanig dat onze medewerkers goed kunnen samenwerken met die cobot.’ Het heeft Arjan interessante inzichten opgeleverd over waarin leveranciers van cobots zich van elkaar onderscheiden, zowel qua hardware als qua software. Arjan noemt ook brede inzetbaarheid als een belangrijk aandachtspunt, ‘Je kan redelijk eenvoudig een automatiseringsbedrijf inhuren en je bedrijf automatiseren, maar dan heb je een machine die specifiek voor dit product is gemaakt en je hebt je mensen niet meer aan het werk. Dan schiet je je doel voorbij. Ik wil technologie onderzoeken en invoeren die breed inzetbaar is op verschillende soorten werk en liefst ook bij andere bedrijven die met mensen met een beperking werken.’ Innovatie verkleint de stap naar regulier werk Arjan vindt het sowieso belangrijk om te investeren in nieuwe technologie: ‘Als je dat niet doet, dan ben je ook niet interessant voor de markt. Daarnaast is het belangrijk om zo de stap naar regulier werk te verkleinen. Als je medewerkers bekend zijn met een breed scala aan werksoorten, zoals achter de freesbank staan, montagewerkzaamheden, lassen en met computers en robots werken, dan wordt de stap naar een regulier bedrijf ook veel gemakkelijker.’ Afbeelding: robotarm UW Utrecht is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.

Lees meer

Tweede pilot met technologie start bij Senzer. Welke bedrijven volgen?

  • Pilots
  • TNO

Bij de montage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto krijgen medewerkers ondersteuning van een operator support system (OSS). Eerder startte een vergelijkbare pilot bij de Amfors Groep. Samen met TNO willen SBCM en Cedris hierna nog een drietal andere pilots starten. Hebt u hiervoor interesse? Dien dan een aanvraag in. Kan technologie de inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vergroten en tegelijkertijd het productieproces optimaliseren? Het doel van de pilot bij Senzer is antwoord te krijgen op deze vraag. Via Senzer werken ongeveer 600 medewerkers vanuit de SW en Participatiewet bij zakenpartner Dorel aan de voor- en eindmontage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto (Maxi Cosi). Deze medewerkers krijgen de komende tijd bij hun werk ondersteuning van een operator support system (OSS). Via het systeem zien ze geprojecteerde werkinstructies die hen stap voor stap door hun taken leiden en hen wijzen op eventuele fouten. Productieproces optimaliseren De vraag is of het OSS medewerkers kan helpen een hoogwaardig product te blijven leveren, terwijl tegelijkertijd het productieproces efficiënter wordt. Als medewerkers door het OSS bijvoorbeeld meer verschillende taken kunnen uitvoeren dan ze nu doen, kan het bedrijf een aantal werkplekken samenvoegen. En als het aantal fouten in de productie afneemt, zijn er minder controlepunten nodig. Hierdoor zou de kostprijs van het product lager kunnen worden. Tweede pilot in project SBCM, Cedris en TNO De proef bij Dorel/Senzer is de tweede pilot in een onderzoek van SBCM, Cedris en TNO naar de meerwaarde van innovatieve techniek voor bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf of sociaal ondernemer, de klant, de werknemer en de gemeente. Eind 2017 kende SBCM de eerste subsidie toe aan de Amfors Groep. Dit bedrijf  maakt in de pilot ook gebruik van de techniek van OSS. De vraag daar is of het OSS de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers kan vergroten. In volgende pilots willen de partijen experimenteren met andere technologieën en andere werksoorten. Nog ruimte voor drie andere pilotbedrijven Naar verwachting zijn er vijf pilots nodig om de meerwaarde van techniek voor de sociale werkgelegenheid voldoende te kunnen onderzoeken. SBCM stelt daarom subsidie beschikbaar voor nog een drietal pilots. Sociale werkbedrijven, sociale ondernemingen en inclusieve werkgevers die meedoen aan een pilot kunnen de kosten voor de uitvoering voor maximaal 50 procent vergoed krijgen vanuit het samenwerkingsproject, met een maximumbedrag van € 25.000,-. Hebt u belangstelling om aan de pilot mee te doen? Bekijk de voorwaarden en vul het aanvraagformulier in. (PDF-formulier  (246 KB) of  WORD-formulier  (346 KB)) Verdere samenwerking met TNO onderzocht In het onderzoek werken SBCM en Cedris samen met TNO. SBCM subsidieert de uitvoering van de pilots, TNO investeert in het onderzoek en Cedris stelt een kennisnetwerk van sociale werkbedrijven beschikbaar. Een aantal sociale werkbedrijven neemt deel in de klankbordgroep en heeft daarmee een adviserende rol. Terwijl de pilots nog lopen, verkennen SBCM, Cedris en TNO een verdere samenwerking. Bijvoorbeeld door kennis breder uit te wisselen en die te verdiepen of door een gezamenlijk kennisplatform te starten. Ook een vervolg op de pilots is mogelijk, waarbij de uitgeteste technieken ook bij andere bedrijven ingezet worden. Meer informatie We houden u op de hoogte over de pilots en de resultaten daarvan. Meer over het samenwerkingsproject en de pilot bij de Amfors Groep  leest u in een eerder nieuwsbericht. Via bijgaand  filmpje krijgt u inzicht in de bredere context van Smart Industry en in de opgave die er voor het bedrijfsleven ligt. Inclusie maakt hier deel van uit.

Lees meer

Opbrengsten pilot Amfors: technologie maakt complex werk voor meer medewerkers toegankelijk

  • Inclusieve technologie
  • Pilots

Dat is het resultaat van een pilot die het werkbedrijf heeft uitgevoerd. Het is de eerste pilot onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie en deze is met succes afgerond.  In de  pilot bij Amfors Groep, het sociale werkbedrijf in de regio Amersfoort, krijgen medewerkers met een zogeheten Operator Support Systeem (OSS) op de werkplek geprojecteerde werkinstructies te zien. Het OSS leidt de medewerkers stap voor stap door hun taken en wijst tegelijkertijd op eventuele fouten. Uit de pilot is gebleken dat medewerkers met OSS meer en complexere taken aan kunnen met minder persoonlijke begeleiding, dan bij hetzelfde werk zonder OSS. Ook wordt de leertijd aanzienlijk verkort. Het resultaat is dat de productiviteit snel toeneemt, het aantal fouten afneemt en de medewerkers bovendien ook meer plezier hebben in het werk. Effect op zelfvertrouwen De pilotperiode was te kort om het effect op de persoonlijke groei van medewerkers te onderzoeken. Maar de ervaringen van de testdeelnemers en hun begeleiders wijzen erop dat het zelfvertrouwen toe kan nemen doordat de medewerkers zelfstandiger kunnen werken met minder begeleiding. Eén van de begeleiders in de pilot zei: ‘Een test van 1-2 uur levert medewerkers al meer zelfwaarde op.’ Kennisalliantie Inclusie en Technologie De pilot bij Amfors is de eerste onder de vlag van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT), een initiatief van TNO, Cedris en SBCM. KIT wil in 2018 vijf pilots uitvoeren. Pilot twee is dit voorjaar uitgevoerd bij  Senzer, het werkbedrijf in Helmond. Een derde pilot bij  UW in Utrecht, start binnenkort. In deze pilots onderzoekt KIT de meerwaarde van inzet van nieuwe technologie per werksoort, met het oog op inzetbaarheid en ontwikkeling van medewerkers. Deze kennis gebruikt KIT samen met bedrijven, technologiepartners en investeerders voor verdere implementatie en opschaling. Door gerichte inzet van nieuwe technologie ontstaan er nieuwe kansen op duurzaam werk voor mensen met een beperking

Lees meer