Kunnen we met behulp van technologie de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers vergroten? De Amfors Groep heeft dit in samenwerking met Metafors uitgetest in een pilot.
Amfors en Metafors
De Amfors Groep is het sociale werkvoorzieningsbedrijf van de gemeenten Amersfoort, Soest, Baarn, Leusden, Bunschoten-Spakenburg en Soest. Amfors werkt samen met het bedrijf Metafors: gespecialiseerd in metaalbewerking en elektromontage. Voor een van hun klanten maakt Metafors Led verlichting armaturen voor openbare ruimten.
De pilot
Veel medewerkers met een cognitieve arbeidsbeperking bij Metafors hebben moeite met het aanleren, onthouden en foutloos uitvoeren van assemblagetaken. In een pilot is getest of het zogeheten Operator Support Systeem (OSS) kan helpen om hun leercurve te versnellen en de kwaliteit en snelheid van hun productie te verhogen. Dit systeem projecteert via een smart beamer werkinstructies op de werkplek zodat medewerkers stap voor stap door het assemblagesysteem worden geleid. Het systeem grijpt in bij fouten.
In de pilot hebben Amfors en Metafors voor een voorbeeldproduct een proefcel neergezet en getest om te kijken in welke mate de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers hierdoor wordt vergroot.
De pilot is een opstap naar het ‘Inclusive Fieldlab’ dat Amfors en Metafors willen opzetten. Het ‘Inclusive Fieldlab’ is een technische proeftuin en opleidingscentrum voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In deze praktijk testomgeving worden medewerkers in productie met nieuwe technologie (‘assistive technology’ of Operator Support) ondersteund voor het goed en effectief aanleren en uitvoeren van complexe taken. Zo moet de inzet en doorstroom van medewerkers naar reguliere bedrijven worden vergroot.
Resultaten
Uit de pilot is gebleken dat medewerkers met OSS meer en complexere taken aan kunnen met minder persoonlijke begeleiding, dan bij hetzelfde werk zonder OSS. Ook wordt de leertijd aanzienlijk verkort. Het resultaat is dat de productiviteit snel toeneemt, het aantal fouten afneemt en de medewerkers bovendien ook meer plezier hebben in het werk.
De pilotperiode was te kort om het effect op de persoonlijke groei van medewerkers te onderzoeken. Maar de ervaringen van de testdeelnemers en hun begeleiders wijzen erop dat het zelfvertrouwen toe kan nemen doordat de medewerkers zelfstandiger kunnen werken met minder begeleiding. Eén van de begeleiders in de pilot zei: ‘Een test van 1-2 uur levert medewerkers al meer zelfwaarde op.’
Gerelateerde artikelen
Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsraad-rapport ‘Het betere werk’
Inclusieve technologie
Sociale innovatie
Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsraad
WWR
Hoe technologie kan bijdragen aan meer, kwalitatief goed werk voor mensen met een beperking. Onlangs presenteerde de WRR – Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport ‘Het betere werk’.
Technologische en sociale innovatie hand in hand
Technolisering, flexibilisering en intensivering leiden tot weinig baanzekerheid en daarmee tot een beperkte grip op het leven en inkomenszekerheid. De WRR benadrukt in het rapport dat als technologische en sociale innovatie hand in hand gaan, technologie zeker kan bijdragen aan de kwaliteit en regelruimte van werk. Kennis ontwikkelen en toegankelijk maken is hierbij van belang, aldus de WRR.
De Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT) en de Coalitie Technologie voor Inclusie (CTI) zetten zich daarvoor in. Op 12 december jl. organiseerden ze samen het congres ‘De Kracht van Inclusieve Technologie’ waar de laatste inzichten en concrete praktijkvoorbeelden werden gedeeld. Bekijk de video hieronder voor een terugblik.
Congres focust op kansen van technologie voor mensen met een beperking
Inclusieve technologie
Het congres werd georganiseerd door de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) en de Kennisalliantie Inclusieve Technologie (KIT).
Innovaties voor een inclusieve arbeidsmarkt
De arbeidsparticipatie van mensen met een beperking is in Nederland al heel lang te laag. Zelfs nu de economie op volle toeren draait, staan er nog teveel mensen met een beperking langs de kant. Een paar jaar geleden startten CTI en KIT daarom met het onderzoeken van hoe technologische innovatie kan bijdragen aan een inclusievere arbeidsmarkt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een exoskelet voor mensen met fysieke beperkingen. In samenwerking met gemeenten, technologiepartners, sociale werkbedrijven en reguliere bedrijven zijn er inmiddels 10 pilotprojecten uitgevoerd. De pilots laten ook het belang zien van goede analyse, passende mensgerichte oplossingen en maatwerk bij implementatie van technologie. Opgedane kennis en praktijkvoorbeelden werden tijdens het congres gedeeld.
Extra investering voor inclusieve werkplekken
Tijdens het congres maakte Staatssecretaris van Ark bekend een pilot generieke werkvoorziening te starten. Daarmee wil het ministerie het voor werkgevers simpeler maken om mensen met een beperking in dienst te nemen en te houden. De staatssecretaris stelt hiervoor 8 miljoen euro beschikbaar.
Tamara van Ark over het congres: “Ik ben erg blij met de bevlogen bijdragen, de verbinding die wordt gemaakt tussen mensen die slimme dingen bedenken en werkgevers die bereid zijn deze stap te zetten. Houd die bevlogenheid vast! Laten we met elkaar in gesprek blijven.”
De kansen en uitdagingen van inclusieve technologie
Bas van de Haterd, auteur, adviseur en spreker, benadrukte de toegevoegde waarde van technologie in de selectieprocedure. Waar mensen soms lastig voorbij een beperking kijken of vooroordelen meenemen, zien robots iemands talent. De focus verschuift. Dat creëert kansen voor mensen met een beperking om aan de slag te gaan.
Lars van der Hoorn, directeur Brainport Assembly, deelde zijn kennis vanuit het ondernemersperspectief. ‘Inclusief ondernemen heeft alleen toekomst als het ook financieel goede resultaten oplevert’, aldus Van der Hoorn. De combinatie van technologie en inclusie kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Van der Hoorn stimuleert bedrijven om producten niet meer in het buitenland te laten produceren, maar in Nederland met inzet van mensen met een beperking.
Rick Brink, Minister van Gehandicaptenzaken pleitte om mensen met een beperking aan te spreken op hun talenten en niet op hun beperkingen. Technologie kan helpen om de samenleving en werk toegankelijker te maken.
Inspireren en samen innoveren
Doel van het congres was om onder andere werkgevers, ondernemers, technologiepartners en beleidsmakers te inspireren. Voorbeelden uit de praktijk lieten zien dat technologie kansen biedt voor onder andere ondersteuning, inzetbaarheid, productiviteit en kwaliteit. Maar de inzet van technologie vraagt ook om het maken van verstandige keuzes. De inzet biedt veel potentie, maar is geen belofte. CTI en KIT blijven daarom inzetten op onderzoek, advies en implementatie van inclusieve technologie. Met als belangrijkste doel, mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk.
Technologie biedt kansen.
Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie
Inclusieve technologie
TNO
Whitepaper
Vorige week donderdag verscheen de whitepaper ‘Meer mensen aan het werk door inclusieve technologie?’ van TNO. Er wordt onderscheid gemaakt op basis van vijf categorieën.
Kennis en innovatie van doorslaggevend belang
Werk is heel belangrijk voor mensen. Het biedt bestaanszekerheid, uitdaging en zingeving. Maar het is lang niet voor iedereen weggelegd om aan het werk te komen of aan het werk te blijven, zelfs niet in tijden van economische voorspoed. Om arbeidsparticipatie en duurzame inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie te verbeteren zijn kennis en innovatie van doorslaggevend belang. Innovatieve technologie kan hieraan bijdragen. De technologie is er vaak al, maar toepassingen zijn niet of nauwelijks afgestemd op de specifieke behoeften van bepaalde doelgroepen. Juist die afstemming is cruciaal, wil technologie meer kwetsbare mensen aan het werk helpen én houden.
Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie?
Technologie biedt mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen over het gehele spectrum, van het zoeken naar werk tot duurzaam aan het werk blijven. De centrale vraag in de whitepaper is dan ook: Welke mogelijkheden biedt nieuwe technologie voor kwetsbare groepen die aan het werk willen of die hun werk moeten zien te behouden? Het beantwoorden van deze vraag begint niet bij technologie, maar bij de werkzoekenden en werkenden die het lastig hebben. De publicatie bespreekt in hoofdlijnen de drempels die mensen ervaren en de vormen van zogenaamde inclusieve technologie die daarbij zouden kunnen helpen.
‘Niet investeren in nieuwe technologie is geen optie’
Pilots
TNO
UW, het sociale werkbedrijf van Utrecht, draait ook een pilot onder de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT).
Al een aantal jaren produceert UW Utrecht stalen frames voor zonnepalen voor het bedrijf Sunbeam. ‘Dat is niet per se fysiek zwaar werk’, vertelt Arjan, ‘maar vooral het repeterende karakter van het werk maakt het zwaar’. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van UW het werk voor Sunbeam ook in de toekomst kunnen blijven doen en om hen uitdagend werk te blijven bieden, wilde Arjan graag kijken naar innovatieve oplossingen. Dat is dan ook de reden dat hij een pilot indiende bij de kennisalliantie.
‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’
‘Eerst heeft TNO gekeken naar ons productieproces’, vertelt Arjan over de start van de pilot, ‘Zij keken naar wat het werk inhoudt en wat de knelpunten zijn. Ook hebben ze interviews gehouden met de medewerkers om te horen hoe zij het productieproces beleven en wat voor hun de knelpunten zijn. Daar zijn een aantal voorstellen uit voortgekomen.’ Deze voorstellen presenteerde TNO aan de medewerkers. Op die manier zijn zij meegenomen in het traject en voorbereid op de komende veranderingen. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’, vertelt Arjan, ‘We zien wel dat de medewerkers inmiddels iets opener staan tegenover de aanpassingen. In het afdelingsoverleg herhalen we regelmatig waar we mee bezig zijn. De medewerkers vragen naar de stand van zaken en geven het een kans.’
Afbeelding: werknemer UW Utrecht aan het werk
Aangepaste productielijn
Op basis van de analyse en voorstellen van TNO voegde UW Utrecht een rollerbaan en een verstelbare tafel toe aan een productielijn. Deze opstelling bood niet de gewenste oplossing. ‘Waar we tegenaan lopen met deze testopstelling is dat mensen veel meer met elkaar moeten samenwerken dan dat ze gewend zijn. De medewerkers vinden het bijvoorbeeld lastig om te zien dat ze moeten bijspringen bij de ander als hun eigen werktempo hoger ligt.’ Arjan ziet dat de medewerkers het best tot hun recht komen als ze redelijk solistisch en op een eigen tempo hun werk kunnen doen.
Brede inzetbaarheid als belangrijk aandachtspunt
In de tweede fase van de pilot gaat UW onderzoeken of de inzet van cobots (collaboratieve robots)een passende oplossing biedt. Daarvoor is Arjan met verschillende technologiebedrijven in gesprek gegaan: ‘Ik ging op zoek naar een bedrijf dat kon meedenken over hoe mijn productielijn eruit moet komen te zien, zodanig dat onze medewerkers goed kunnen samenwerken met die cobot.’ Het heeft Arjan interessante inzichten opgeleverd over waarin leveranciers van cobots zich van elkaar onderscheiden, zowel qua hardware als qua software.
Arjan noemt ook brede inzetbaarheid als een belangrijk aandachtspunt, ‘Je kan redelijk eenvoudig een automatiseringsbedrijf inhuren en je bedrijf automatiseren, maar dan heb je een machine die specifiek voor dit product is gemaakt en je hebt je mensen niet meer aan het werk. Dan schiet je je doel voorbij. Ik wil technologie onderzoeken en invoeren die breed inzetbaar is op verschillende soorten werk en liefst ook bij andere bedrijven die met mensen met een beperking werken.’
Innovatie verkleint de stap naar regulier werk
Arjan vindt het sowieso belangrijk om te investeren in nieuwe technologie: ‘Als je dat niet doet, dan ben je ook niet interessant voor de markt. Daarnaast is het belangrijk om zo de stap naar regulier werk te verkleinen. Als je medewerkers bekend zijn met een breed scala aan werksoorten, zoals achter de freesbank staan, montagewerkzaamheden, lassen en met computers en robots werken, dan wordt de stap naar een regulier bedrijf ook veel gemakkelijker.’
Afbeelding: robotarm
UW Utrecht is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.