ArtikelenTechnologieënTINTProgramma & pilotsSubsidieregelingEventsKIT

Technologie uitgelicht: Operator Support Systeem

In onze zomerreeks staan we elke week stil bij één inclusieve technologie. Vandaag Operator Support Systeem (OSS)

Technologie uitgelicht: Operator Support Systeem

Er zijn verschillende technologieën die kunnen worden ingezet om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, in de breedste zin van het woord, te helpen bij het vinden en behouden van passend en waardevol werk.

Vandaag staat Operator Support Systeem (OSS) centraal. Een OSS maakt gebruik van geavanceerde projectietechnologie om complexe, handmatige taken die deel uitmaken van productie-, assemblage- en trainingsactiviteiten van een bedrijf te vereenvoudigen.

Zo kunnen mensen met een beperking werkzaamheden uitvoeren die voor inzet van de technologie niet mogelijk waren. Het stelt bedrijven in staat om productielijnen, personeel en producten zo efficiënt en optimaal mogelijk te laten werken.

De inzet van een OSS is van grote waarde voor werknemers met een verstandelijke of psychische beperking die moeite hebben om handelingen te onthouden.

Onder andere Senzer en MidZuid zetten deze technologie in voor hun medewerkers en opdrachtgevers.

Meer weten over OSS?

Lees meer over OSS en verhalen uit de praktijk. Neem voor vragen contact met ons op. 

gerelateerde artikelen

‘Niet investeren in nieuwe technologie is geen optie’

  • Pilots
  • TNO

UW, het sociale werkbedrijf van Utrecht, draait ook een pilot onder de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). Al een aantal jaren produceert UW Utrecht stalen frames voor zonnepalen voor het bedrijf Sunbeam. ‘Dat is niet per se fysiek zwaar werk’, vertelt Arjan, ‘maar vooral het repeterende karakter van het werk maakt het zwaar’. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van UW het werk voor Sunbeam ook in de toekomst kunnen blijven doen en om hen uitdagend werk te blijven bieden, wilde Arjan graag kijken naar innovatieve oplossingen. Dat is dan ook de reden dat hij een pilot indiende bij de kennisalliantie. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’ ‘Eerst heeft TNO gekeken naar ons productieproces’, vertelt Arjan over de start van de pilot, ‘Zij keken naar wat het werk inhoudt en wat de knelpunten zijn. Ook hebben ze interviews gehouden met de medewerkers om te horen hoe zij het productieproces beleven en wat voor hun de knelpunten zijn. Daar zijn een aantal voorstellen uit voortgekomen.’ Deze voorstellen presenteerde TNO aan de medewerkers. Op die manier zijn zij meegenomen in het traject en voorbereid op de komende veranderingen. ‘Na de presentatie was er wel wat weerstand’, vertelt Arjan, ‘We zien wel dat de medewerkers inmiddels iets opener staan tegenover de aanpassingen. In het afdelingsoverleg herhalen we regelmatig waar we mee bezig zijn. De medewerkers vragen naar de stand van zaken en geven het een kans.’ Afbeelding: werknemer UW Utrecht aan het werk Aangepaste productielijn Op basis van de analyse en voorstellen van TNO voegde UW Utrecht een rollerbaan en een verstelbare tafel toe aan een productielijn. Deze opstelling bood niet de gewenste oplossing. ‘Waar we tegenaan lopen met deze testopstelling is dat mensen veel meer met elkaar moeten samenwerken dan dat ze gewend zijn. De medewerkers vinden het bijvoorbeeld lastig om te zien dat ze moeten bijspringen bij de ander als hun eigen werktempo hoger ligt.’ Arjan ziet dat de medewerkers het best tot hun recht komen als ze redelijk solistisch en op een eigen tempo hun werk kunnen doen. Brede inzetbaarheid als belangrijk aandachtspunt In de tweede fase van de pilot gaat UW onderzoeken of de inzet van cobots (collaboratieve robots)een passende oplossing biedt. Daarvoor is Arjan met verschillende technologiebedrijven in gesprek gegaan: ‘Ik ging op zoek naar een bedrijf dat kon meedenken over hoe mijn productielijn eruit moet komen te zien, zodanig dat onze medewerkers goed kunnen samenwerken met die cobot.’ Het heeft Arjan interessante inzichten opgeleverd over waarin leveranciers van cobots zich van elkaar onderscheiden, zowel qua hardware als qua software. Arjan noemt ook brede inzetbaarheid als een belangrijk aandachtspunt, ‘Je kan redelijk eenvoudig een automatiseringsbedrijf inhuren en je bedrijf automatiseren, maar dan heb je een machine die specifiek voor dit product is gemaakt en je hebt je mensen niet meer aan het werk. Dan schiet je je doel voorbij. Ik wil technologie onderzoeken en invoeren die breed inzetbaar is op verschillende soorten werk en liefst ook bij andere bedrijven die met mensen met een beperking werken.’ Innovatie verkleint de stap naar regulier werk Arjan vindt het sowieso belangrijk om te investeren in nieuwe technologie: ‘Als je dat niet doet, dan ben je ook niet interessant voor de markt. Daarnaast is het belangrijk om zo de stap naar regulier werk te verkleinen. Als je medewerkers bekend zijn met een breed scala aan werksoorten, zoals achter de freesbank staan, montagewerkzaamheden, lassen en met computers en robots werken, dan wordt de stap naar een regulier bedrijf ook veel gemakkelijker.’ Afbeelding: robotarm UW Utrecht is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.

Lees meer

Winnaars Challenge Technologie voor Inclusie bekend

  • Challenge Technologie voor Inclusie
  • Pilots

Zeven aanvragen zijn geselecteerd voor een subsidie van UWV. De prijswinnaars gaan deze maand van start met hun pilots. CTI heeft in totaal 24 aanvragen ontvangen. Een vakkundige jury beoordeelde de aanvragen. Van de 24 aanvragen zijn er 7 geselecteerd als prijswinnaar. Zij ontvangen subsidie van UWV om hun pilots uit te voeren. De prijswinnaars gaan nog deze maand van start en zullen naar verwachting eind december 2019 worden afgerond. Met de pilots wil CTI de impact onderzoeken van nieuwe technologie op de toegankelijkheid van werk, de kwaliteit van werk en de economische haalbaarheid. Ook onderzoeken ze welke barrières een verdere opschaling in de weg staan. De gehonoreerde aanvragen Maakt werk zichtbaar Maak BV richt twee werkplekken in om mensen met een visuele beperking een lichtharnas (een veiligheidsvest met ledlampjes) in elkaar te laten zetten. De ene werkplek wordt voorzien van een eSight bril die zaken uitvergroot. De andere werkplek wordt ingericht met een Orcam (voorlees)bril waarbij geschreven instructie omgezet wordt in tekst. Een human interface mate (Him) houdt toezicht op de juiste uitvoering van de taken en begeleidt de medewerkers tijdens de productie. Dit is een toestel met een infraroodscanner die analyseert wat er gebeurd en die in staat is alarm te slaan wanneer er een fout wordt gemaakt. Cobot en exoskelet Werkzaak Rivierenland gaat bij vier werkgevers een exoskelet inzetten om werknemers die fysiek zwaar werk doen te ontlasten. Bij Werkzaak Rivierenland zelf gaan ze een cobot inzetten voor het organiseren van pallets. De cobots richten zich ook op het fysiek ontlasten van de medewerkers. Speaksee spraakherkenning De Nationale politie en Ctalents, die werknemers detacheert bij ABN AMRO, Rabobank en PwC, gaan het systeem Speaksee testen. Dit is een systeem van microfoons dat spraak binnen 1 seconde automatisch omzet naar tekst door middel van spraakherkenning. Het helpt doven en slechthorenden in hun communicatie. De gebruiker kan op zijn smartphone, tablet of laptop lezen wat er door welke persoon (kleurherkenning) wordt gezegd. 11 werknemers gaan in de pilot met Speaksee aan de slag. Magazijnbeheer met een slimme bril Metafors gaat aan de slag met een slimme bril voor magazijnbeheer. Een projectie in de bril geeft medewerkers instructies over het afhandelen van orders en voorraadbeheer. Communiceren met beelden WerkSaam Westfriesland gaat testen of de Ebb-app toegepaste waarde heeft op de werkvloer. Deze app bevat een verzameling van beelden die medewerkers met een licht verstandelijke beperking kunnen helpen om te praten over wat zij belangrijk vinden. De Ebb-app is ontwikkeld voor mensen die baat hebben bij ondersteuning van de dialoog met beeldmateriaal. Groen gedragen WVS-groep probeert werk in de groenvoorziening, dat fysiek zwaar is en veel concentratie kost, toegankelijker te maken door de inzet van elektrisch gereedschap in combinatie met omgevingssensoren. De omgevingssensoren geven signalen om de kwaliteit van het werk te bewaken. Goed omgaan met je energiebalans Onbeperkt aan de Slag gaat bestaande applicaties en apps testen die werknemers met een beperking helpen om hun energiebalans te monitoren en te behouden. In de pilot wordt een dashboard ontwikkeld die de applicaties en apps met elkaar verbindt. Samen vormen ze dan een energiemanagementsysteem. Doel is om werknemers inzicht te geven in hoe zij hun energie beter kunnen verdelen en zo uitval te voorkomen. Kijk voor meer informatie over de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) op www.technologievoorinclusie.nl.

Lees meer
Challenge Technologie voor Inclusie

Technologie en inclusie; het kan en het werkt!

  • IBN
  • Robots

Met die vraag houdt Wim van Wanrooij, directeur Services bij IBN, zich al een hele tijd bezig. Hij voelt de maatschappelijke plicht om de mogelijkheden van nieuwe technologie te onderzoeken, ‘Ik vind dat wij hier de taak hebben om te laten zien dat het gewoon kan en dat het werkt.’ Met robots op weg naar complexer werk IBN zet robotisering en mechanisering in om werk te creëren voor mensen die het zonder steun niet redden op de arbeidsmarkt. ‘Door de inzet van nieuwe technologie bereiden we mensen binnen de muren van IBN voor op het werk buiten’, vertelt Van Wanrooij, ‘Het is een opstap naar complexer werk. Ze leren bij ons de robots bedienen, die ze buiten IBN ook tegen kunnen komen. Mensen vinden zo’n robot spannend, maar vinden het ook stoer om zo’n ding te mogen bedienen.’ De robots ondersteunen de medewerkers bij complex werk. ‘De technologie is bij IBN altijd bedoeld om te zorgen dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zoveel mogelijk mee kunnen doen. Zo waren er werkzaamheden bij het locken van automatten die te complex waren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze werkzaamheden werden daarom gedaan door reguliere medewerkers. Nu heeft een robot die werkzaamheden overgenomen en deze robot wordt volledig bediend door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op die manier is er nieuw werk gecreëerd voor onze doelgroep.’ Afbeelding: inzet van slimme technologie. Topsport aan de menskant, topsport aan de bedrijfskant Uiteraard spelen ook zakelijke overwegingen een rol. Van Wanrooij beschrijft het als topsport aan de menskant, maar ook topsport aan de bedrijfskant, ‘De kosten voor nieuwe investeringen zijn hoog. Niet alleen in aanschaf, maar ook voor het instellen en programmeren lopen de kosten op. De inzet van nieuwe technologie moet echt een aanvulling zijn op het reguliere proces.’ Van Wanrooij overweegt altijd of het zinvol is om nieuwe technologie toe te voegen, ‘Is het fijn als je een aangeefrobotje hebt, omdat een medewerker die één arm mist dan ergens beter bij kan? Misschien. Maar je kunt dat wat hij moet pakken misschien ook anders neerzetten.’ Daarnaast is het volgens Van Wanrooij belangrijk om samen met je klant naar de toekomst te kijken, ‘Hoe lang ga ik dit product nog maken? Hoe lang verkoopt de klant het nog? Wat zijn de ontwikkelingen rondom dit product en gaat de technologie waarmee ik dit product ga produceren binnenkort veranderen? Dat gesprek moet je wel voeren en dat vraagt ook visie op de hele markt waar je in zit. Dat is die topsport aan de businesskant.’ De kansen van mixed-reality Het ministerie van SZW en UWV organiseren namens de Coalitie voor Technologie en Inclusie (CTI) de Challenge Technologie voor inclusie. Tot 25 januari konden werkgevers en technologiebedrijven die willen experimenteren met nieuwe technologie een subsidieaanvraag indienen. IBN deed mee en diende een aanvraag in voor de aanschaf van twee mixed-reality brillen. De brillen moeten medewerkers gaan begeleiden in het productieproces van een elektrische scooter door de assemblagehandelingen in real time te projecteren op de werkelijkheid. Een groep van 30 ICT’ers met autisme volgt bij IBN de werkleerlijn ICT. Een aantal medewerkers uit deze groep zal de mixed-reality brillen gaan programmeren. Zo snijdt het mes aan twee kanten. ‘We zien een toename van het aantal jongeren met concentratiestoornissen. De subsidieaanvraag is specifiek gericht op deze doelgroep. De assemblage van een voorvork met koplamp bestaat al uit 45 stappen. Iemand met een concentratiestoornis kan dat gewoon niet onthouden.’ Een bijkomend voordeel is dat de brillen positieve feedback geven als het werk goed is uitgevoerd. Daarmee groeit de aandacht voor de menskant. De tijd van de begeleiders gaat niet op aan het begeleiden van het werkproces. Daardoor kunnen zij zich meer richten op begeleiding en ontwikkeling van de medewerkers. Inclusieve technologie een must Met de inzet van nieuwe technologie groeit de aandacht voor de mensen, de kwaliteit van het product wordt beter, de productiesnelheid wordt hoger en het zelfvertrouwen van de medewerkers loopt op. Op de vraag of de inzet van nieuwe technologie een must is voor sociale ondernemingen en sociale werkbedrijven antwoordt Van Wanrooij: ‘Als het mensen helpt om meer te kunnen, dan is het een must, je moet mensen maximaal uitdagen en het is dan onze plicht om daarmee te experimenteren, dat vind ik echt.’ IBN IBN is actief deelnemer in de Kennisalliantie Inclusie en Technologie (KIT). De Kennisalliantie Inclusie en Technologie initieert en faciliteert in het hele land pilots om verschillende technologieën te testen en businesscases te ontwikkelen.

Lees meer
inclusieve technologie

Tweede pilot met technologie start bij Senzer. Welke bedrijven volgen?

  • Pilots
  • TNO

Bij de montage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto krijgen medewerkers ondersteuning van een operator support system (OSS). Eerder startte een vergelijkbare pilot bij de Amfors Groep. Samen met TNO willen SBCM en Cedris hierna nog een drietal andere pilots starten. Hebt u hiervoor interesse? Dien dan een aanvraag in. Kan technologie de inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vergroten en tegelijkertijd het productieproces optimaliseren? Het doel van de pilot bij Senzer is antwoord te krijgen op deze vraag. Via Senzer werken ongeveer 600 medewerkers vanuit de SW en Participatiewet bij zakenpartner Dorel aan de voor- en eindmontage van kinderveiligheidsstoeltjes voor de auto (Maxi Cosi). Deze medewerkers krijgen de komende tijd bij hun werk ondersteuning van een operator support system (OSS). Via het systeem zien ze geprojecteerde werkinstructies die hen stap voor stap door hun taken leiden en hen wijzen op eventuele fouten. Productieproces optimaliseren De vraag is of het OSS medewerkers kan helpen een hoogwaardig product te blijven leveren, terwijl tegelijkertijd het productieproces efficiënter wordt. Als medewerkers door het OSS bijvoorbeeld meer verschillende taken kunnen uitvoeren dan ze nu doen, kan het bedrijf een aantal werkplekken samenvoegen. En als het aantal fouten in de productie afneemt, zijn er minder controlepunten nodig. Hierdoor zou de kostprijs van het product lager kunnen worden. Tweede pilot in project SBCM, Cedris en TNO De proef bij Dorel/Senzer is de tweede pilot in een onderzoek van SBCM, Cedris en TNO naar de meerwaarde van innovatieve techniek voor bijvoorbeeld het sociaal werkbedrijf of sociaal ondernemer, de klant, de werknemer en de gemeente. Eind 2017 kende SBCM de eerste subsidie toe aan de Amfors Groep. Dit bedrijf  maakt in de pilot ook gebruik van de techniek van OSS. De vraag daar is of het OSS de inzetbaarheid en leerbaarheid van medewerkers kan vergroten. In volgende pilots willen de partijen experimenteren met andere technologieën en andere werksoorten. Nog ruimte voor drie andere pilotbedrijven Naar verwachting zijn er vijf pilots nodig om de meerwaarde van techniek voor de sociale werkgelegenheid voldoende te kunnen onderzoeken. SBCM stelt daarom subsidie beschikbaar voor nog een drietal pilots. Sociale werkbedrijven, sociale ondernemingen en inclusieve werkgevers die meedoen aan een pilot kunnen de kosten voor de uitvoering voor maximaal 50 procent vergoed krijgen vanuit het samenwerkingsproject, met een maximumbedrag van € 25.000,-. Hebt u belangstelling om aan de pilot mee te doen? Bekijk de voorwaarden en vul het aanvraagformulier in. (PDF-formulier  (246 KB) of  WORD-formulier  (346 KB)) Verdere samenwerking met TNO onderzocht In het onderzoek werken SBCM en Cedris samen met TNO. SBCM subsidieert de uitvoering van de pilots, TNO investeert in het onderzoek en Cedris stelt een kennisnetwerk van sociale werkbedrijven beschikbaar. Een aantal sociale werkbedrijven neemt deel in de klankbordgroep en heeft daarmee een adviserende rol. Terwijl de pilots nog lopen, verkennen SBCM, Cedris en TNO een verdere samenwerking. Bijvoorbeeld door kennis breder uit te wisselen en die te verdiepen of door een gezamenlijk kennisplatform te starten. Ook een vervolg op de pilots is mogelijk, waarbij de uitgeteste technieken ook bij andere bedrijven ingezet worden. Meer informatie We houden u op de hoogte over de pilots en de resultaten daarvan. Meer over het samenwerkingsproject en de pilot bij de Amfors Groep  leest u in een eerder nieuwsbericht. Via bijgaand  filmpje krijgt u inzicht in de bredere context van Smart Industry en in de opgave die er voor het bedrijfsleven ligt. Inclusie maakt hier deel van uit.

Lees meer